Zo net voor de kerst in een bezinning terecht te komen.
Dat zal!
Het is een bijna voorgeschreven wet.
Maar wat als je daarvan verschoond wil blijven? Er geen denne-
tak mee te maken wil hebben? Je het leven eigenlijk genoeg aan
leven vindt hebben? Of in ieder geval zoveel om er niet ook nog
eens een zakje gedachten over uit te schudden?
Zal de hele bubs, wellicht danig geleefd, nog eens moeten her-
beleefd in een denkbakje bezinning zo rondom het feest? Een
bezinning ook die je een beter mens zal moeten doen voelen
waarbij men het leven beter of zelfs uitermate goed zal kunnen
lezen?
Wat mij betreft niet!
Wel is het natuurlijk zaak om de boel rondom deze tijd wat op
een bergje hoop te zetten.
Maar eerst even een gedicht, om warm te lopen:
Hippe jurk zonder knopen
als de regen komt
de motorkap klemt
ratten plots in spleen doen
er verse eieren zijn
er ook broodjes zijn
en veel haas op doorzichtige tenen
de honger echter uitblijft
alle fietsers autorijden
het bankstel in lichterlaaie staat
als
als dit
als dit nu
als dit nu eens waar mocht zijn en
ik toch een liederlijk bebloemde
jurk aantrok is er dan sprake van
zelfhulp of zal de haas met huid en
haar
zich toch een haas blijken
Als je dit versje aan een mens laat lezen, als warme boter
natuurlijk. Maar of het tot bezinning komt? Een bezinning
bijvoorbeeld over hoe je het heelal moet zien, de wereld,
het land, je stad, je buurt, je straat, je eigen leven, of mis-
schien wel een ziedende bezinning over hoe je eerste ver-
liefdheid wél had moeten zijn, een verliefdheid overigens,
die je mooi nooit meer vergeet zo zegt men gevraagd als-
ook ongevraagd altijd heel reup met een blik van verlangen
waarvan de ogen dus heel raar gaan staan, net of men vanuit
een poel gevuld met zwarte olie opkijkt naar iets wat er niet
meer is maar toch nog bestaat.
Graag wil bestaan mogelijk zelfs.
Dat is wat mij betreft geen bezinning.
Dat is geniks over niks.
Stel dat ik die bezinning toch aanvang van zo'n eerste verliefd-
heid, maar dat hele ding al lang vergeten ben. Heel die olieogen-
ramp niet op de rol kan krijgen. De rest van mijn leven en ook de
verlichte periode van kerst in dit opzicht geheel zonder zal moeten
doorbrengen.
Is dat dan een ramp?
Ja zult u wellicht zeggen.
Nee zeg ik.
Want zie nu toch eens dit gedicht over bejaard zijn:
Een bijzonder grappige situatie
muziek stuit op
nooit ingeschakeld hoorapparaat
want de bovenste steen mag wel
weer onder
op late stemming in de plots nieuwe kamer
waarin een riem tegen wegvallen
een inrichting vreemd
een deuropening nieuwe gezichten
raam onbekend
heus niet altijd donkere lucht
wel al meer zwaan soms
bij veel muur
in het hoofdvertrek gezet
Dan stel je toch: Bezinning?
Je knalt gewoon bij ouderdom een paar zwanen in je hoofd voor
de muur en hup het rampje is gewassen. Weliswaar moet je wat
aan de vreemde inrichting wennen, maar hel, die zwanen maken
alles goed.
En zo ook is er altijd wel een zweempje hoop ergens uit te peuren
zonder direct alles op een oerend diepduikende bezinning te gooien.
Zelfs uit zoiets als de kerst.
Ofwel: de onderste steen hoeft niet steeds maar boven.
Of toch wel?
Dat zal!
Het is een bijna voorgeschreven wet.
Maar wat als je daarvan verschoond wil blijven? Er geen denne-
tak mee te maken wil hebben? Je het leven eigenlijk genoeg aan
leven vindt hebben? Of in ieder geval zoveel om er niet ook nog
eens een zakje gedachten over uit te schudden?
Zal de hele bubs, wellicht danig geleefd, nog eens moeten her-
beleefd in een denkbakje bezinning zo rondom het feest? Een
bezinning ook die je een beter mens zal moeten doen voelen
waarbij men het leven beter of zelfs uitermate goed zal kunnen
lezen?
Wat mij betreft niet!
Wel is het natuurlijk zaak om de boel rondom deze tijd wat op
een bergje hoop te zetten.
Maar eerst even een gedicht, om warm te lopen:
Hippe jurk zonder knopen
als de regen komt
de motorkap klemt
ratten plots in spleen doen
er verse eieren zijn
er ook broodjes zijn
en veel haas op doorzichtige tenen
de honger echter uitblijft
alle fietsers autorijden
het bankstel in lichterlaaie staat
als
als dit
als dit nu
als dit nu eens waar mocht zijn en
ik toch een liederlijk bebloemde
jurk aantrok is er dan sprake van
zelfhulp of zal de haas met huid en
haar
zich toch een haas blijken
Als je dit versje aan een mens laat lezen, als warme boter
natuurlijk. Maar of het tot bezinning komt? Een bezinning
bijvoorbeeld over hoe je het heelal moet zien, de wereld,
het land, je stad, je buurt, je straat, je eigen leven, of mis-
schien wel een ziedende bezinning over hoe je eerste ver-
liefdheid wél had moeten zijn, een verliefdheid overigens,
die je mooi nooit meer vergeet zo zegt men gevraagd als-
ook ongevraagd altijd heel reup met een blik van verlangen
waarvan de ogen dus heel raar gaan staan, net of men vanuit
een poel gevuld met zwarte olie opkijkt naar iets wat er niet
meer is maar toch nog bestaat.
Graag wil bestaan mogelijk zelfs.
Dat is wat mij betreft geen bezinning.
Dat is geniks over niks.
Stel dat ik die bezinning toch aanvang van zo'n eerste verliefd-
heid, maar dat hele ding al lang vergeten ben. Heel die olieogen-
ramp niet op de rol kan krijgen. De rest van mijn leven en ook de
verlichte periode van kerst in dit opzicht geheel zonder zal moeten
doorbrengen.
Is dat dan een ramp?
Ja zult u wellicht zeggen.
Nee zeg ik.
Want zie nu toch eens dit gedicht over bejaard zijn:
Een bijzonder grappige situatie
muziek stuit op
nooit ingeschakeld hoorapparaat
want de bovenste steen mag wel
weer onder
op late stemming in de plots nieuwe kamer
waarin een riem tegen wegvallen
een inrichting vreemd
een deuropening nieuwe gezichten
raam onbekend
heus niet altijd donkere lucht
wel al meer zwaan soms
bij veel muur
in het hoofdvertrek gezet
Dan stel je toch: Bezinning?
Je knalt gewoon bij ouderdom een paar zwanen in je hoofd voor
de muur en hup het rampje is gewassen. Weliswaar moet je wat
aan de vreemde inrichting wennen, maar hel, die zwanen maken
alles goed.
En zo ook is er altijd wel een zweempje hoop ergens uit te peuren
zonder direct alles op een oerend diepduikende bezinning te gooien.
Zelfs uit zoiets als de kerst.
Ofwel: de onderste steen hoeft niet steeds maar boven.
Of toch wel?
