vrijdag 21 december 2012

Brief (113) uit Schiedam

Zo net voor de kerst in een bezinning terecht te komen.

Dat zal!

Het is een bijna voorgeschreven wet.

Maar wat als je daarvan verschoond wil blijven? Er geen denne-
tak mee te maken wil hebben? Je het leven eigenlijk genoeg aan
leven vindt hebben? Of in ieder geval zoveel om er niet ook nog
eens een zakje gedachten over uit te schudden?

Zal de hele bubs, wellicht danig geleefd, nog eens moeten her-
beleefd in een denkbakje bezinning zo rondom het feest? Een
bezinning ook die je een beter mens zal moeten doen voelen
waarbij men het leven beter of zelfs uitermate goed zal kunnen
lezen? 

Wat mij betreft niet!

Wel is het natuurlijk zaak om de boel rondom deze tijd wat op
een bergje hoop te zetten.

Maar eerst even een gedicht, om warm te lopen:

Hippe jurk zonder knopen

als de regen komt

de motorkap klemt
ratten plots in spleen doen

er verse eieren zijn
er ook broodjes zijn
en veel haas op doorzichtige tenen

de honger echter uitblijft
alle fietsers autorijden
het bankstel in lichterlaaie staat

als
als dit
als dit nu

als dit nu eens waar mocht zijn en
ik toch een liederlijk bebloemde
jurk aantrok is er dan sprake van
zelfhulp of zal de haas met huid en

haar

zich toch een haas blijken
                                                     
A
ls je dit versje aan een mens laat lezen, als warme boter
natuurlijk. Maar of het tot bezinning komt? Een bezinning
bijvoorbeeld over hoe je het heelal moet zien, de wereld,
het land, je stad, je buurt, je straat, je eigen leven, of mis-
schien wel een ziedende bezinning over hoe je eerste ver-
liefdheid wél had moeten zijn, een verliefdheid overigens,
die je mooi nooit meer vergeet zo zegt men gevraagd als-
ook ongevraagd altijd heel reup met een blik van verlangen
waarvan de ogen dus heel raar gaan staan, net of men vanuit
een poel gevuld met zwarte olie opkijkt naar iets wat er niet
meer is maar toch nog bestaat.

Graag wil bestaan mogelijk zelfs.

Dat is wat mij betreft geen bezinning.

Dat is geniks over niks.

Stel dat ik die bezinning toch aanvang van zo'n eerste verliefd-
heid, maar dat hele ding al lang vergeten ben. Heel die olieogen-
ramp niet op de rol kan krijgen. De rest van mijn leven en ook de
verlichte periode van kerst in dit opzicht geheel zonder zal moeten
doorbrengen.

Is dat dan een ramp?

Ja zult u wellicht zeggen.

Nee zeg ik.

Want zie nu toch eens dit gedicht over bejaard zijn:

Een bijzonder grappige situatie

muziek stuit op
nooit ingeschakeld hoorapparaat
want de bovenste steen mag wel


weer onder

op late stemming in de plots nieuwe kamer

waarin
een riem tegen wegvallen
een inrichting vreemd
een deuropening nieuwe gezichten


raam onbekend

heus niet altijd donkere lucht

wel al meer zwaan soms

bij veel muur
in het hoofdvertrek gezet


Dan stel je toch: Bezinning?

Je knalt gewoon bij ouderdom een paar zwanen in je hoofd voor
de muur en hup het rampje is gewassen. Weliswaar moet je wat
aan de vreemde inrichting wennen, maar hel, die zwanen maken
alles goed.

En zo ook is er altijd wel een zweempje hoop ergens uit te peuren
zonder direct alles op een oerend diepduikende bezinning te gooien.

Zelfs uit zoiets als de kerst.

Ofwel: de onderste steen hoeft niet steeds maar boven.

Of toch wel?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten