vrijdag 21 december 2012

Brief (110) uit Schiedam

 

Raar ding eigenlijk, een brief die je naar niemand
én tegelijkertijd naar iedereen digiteert via het zo
beter dan het bloed kruipende net waaraan indivi-
duen bij tijd en wijle hangen die je nog vreemder
zijn dan het eerste ‘t beste grassprietje op wille-
keurig welk weidje ook. Van gras weet je dat het
groen kan zijn. Of stervensgeel als het weer een
beetje meewerkt. Van die nethangers heb je dus
mooi geen idee. Natuurlijk hoop je op slim spul in
het wereldwijde web, spul dat een beetje op eh
zuur in de weer kan zijn, dat alle kleuren van ooit
bestaande regenbogen op kan jongleren. Spul dat,
kortom, je heel graag als lezer zou willen wensen.
Want er zal en moet gepend (in ieder geval door
mij van mij), al heb ik, zoals wel vaker, geen idee
waarover op dit briefschrijvelijke moment ook maar
te schrijven.

Geen inspiratie zogezegd.

Tot mijn vreugde hoorde en zag ik kortgeleden Nel-
leke Noordervliet in een of ander kunstprogramma
met stelligheid het aloude en tot in de naad van het
hemd van iedere schrijver bekend geacht feitje be-
weren dat je even nooit op inspiratie moet gaan zit-
ten wachten, want lieve amateurs dat komt gewoon
niet. Arthur Japin, die naast haar zat vanwege een
jurygebeuren, knikte heel wijs bevestigend op de
uitspraak van Nelleke. Voor mij nog meer reden om
op zál verder te schrijven. Zo’n Arthurknikje namelijk
wil ik graag in de liefst niet meer zo verre toekomst
ook wel ten beste kunnen geven op de teleschoon-
bak. Dezelfde bak, overigens, waarop ik niet veel
later ook Nico Dijkshoorn kon bewonderen bij Pauw
& Witteman omdat hij het boekenweek-essay zo-
waar zomaar heeft mogen schrijven en waarover
Coen Peppelenbos wel zo’n positiefelijke recensie
schreef dat zelfs ik zin heb gekregen om de essay-
bundel “Verder is alles goed” in de boekenweek aan
te schaffen voor die luttele 2, 50.

Nico wordt zwaar onderschat middels al de tekstjes
die hij in half onverstaanbaar Amsterdams mag brab-
belen bij De wereld draait door volgens C P in dezelf-
de recensie. Hij is ook een snoeiharde essayist aldus
nog steeds C P. En ja, na dit sta ik natuurlijk tot onder
ook mijn oudste hoed open voor een draai van 180 gr-
aden.

Maar genoeg hig-brow wel weer.

Nu even lekker uit de allerindividueelste navel pulken.

Ik namelijk, ik drink koffie waarin melkpoeder zál. Veel
melkpoeder, anders is het aan mij niet drinkbaar. Het
moet lekker slap die boel. Ofwel, mijn koffie mag voor-
al niet teveel naar koffie smaken. Het is bijna zoiets als
met de waarheid, die mag ook niet teveel naar waarheid
smaken, daar wordt ze, net als koffie zonder melkstof,
maar bitter van veelal. Waarheid, daar moet een beetje
water bij, daar moet een vleugje onwaarheid in zitten,
wat spatjes om de sjeu zo gezegd, pas dan wordt ze
soepel verteerbaar.

Er zijn mensen die zeggen dat dé waarheid niet be-
staat. Dat zijn vast net zulke koffiedrinkers als ik, met
héél véél melk(poeder). Overigens, over de boeken-
week gesproken, ik hoop dat het weer bewaarheid
gaat worden dat ik en anderen met het gratis boeken-
weekgeschenk van dit keer de Belg Tom Lanoye ook
dit jaar gratis kunnen treinen. Het is de enige keer in
het jaar dat ik met de trein ga. Want zoals mijn over-
leden vader altijd placht te zeggen dat ie de griepprik
wil omdat ie zo ontzettend gratis is, zo neem ik dus
één keer per jaar de trein omdat ie… Trouwens al die
te kopen boeken voor zo’n gratis reis zijn heus duur
genoeg. Ik koop er nogal wat in de boekenweek ieder
jaar. Voor een gratis boek namelijk heb ik, opvoeding
waarschijnlijk, wel voldoende terug te doen. Zodat de
gratis reis, ik schreef het al eerder, toch behoorlijk vet
betaald wordt uiteindelijk.

En zie: toch ook weer een waarheid, dat gratis, waar
een flinke scheut water doorheen geroerd moet om
een waarheid te mogen zijn. Je zou voor het gemak
van al die rondstruinende waarheden zomaar in God
gaan geloven, ware het niet dat je dan wel heel erg
veel water bij je eigen zijn moet doen.

Schrijvers liegen de waarheid is een bekende tover-
spreuk. Mooi niet alleen de schrijvers, zo is na deze
brief mijn zware vermoeden.

Potver, er zompt zowaar een filosoof in mijn navel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten