woensdag 19 december 2012

Brief (92) uit Schiedam

Stel je krijgt een steenpuist op de achterkant van je linkerdij
net aan de grens waar het zitvlees begint en je kan van de
helse pijnen die zo’n ontsteking toch heus veroorzaakt bij-
voorbeeld een aantal dagen niet achter de computer duiken
om de wereld fiks kond te doen van jouw geniale gedachten,
stukjes, gedichten of meer nog van die in letterspul gegoten
grootdaden. Stel het duurt gewoonweg weken voor je een iet-
sjepietsje in staat bent om de tien vingers weer te laten klet-
teren op je toetsenbord.

Hoe heeft de wereld dan te reageren?

Met verlangen naar de dagelijkse letterbloemen door jou nu
even niet over al het landschap uitgegoten? Met smeekbeden
toch vooral de pijn te weerstaan en gewoon door te gaan? Met
massale protestmarsen om de terugkeer van de dagelijks door
jou geschreven kost? Ja, met een allesverpletterende stilstand
in het land wellicht?

Of reageert de wereld met opluchting even verlost te zijn van die
geniale letterblokken? Of erger nog, met een tuk partje onverschil-
ligheid?

En wil je als schrijver zoiets wel weten?

Ja, dat wil je als schrijver weten!!

Al is het maar om te ontdekken of je alle uren achter het
scherm doorgebracht wel of niet in smijgel naar echt of on-
echt hebt zitten te verzweten terwijl bij voorbeeld Mark &
Maxime, die, zo ‘t zich laat aanschijnen, nooit iets anders
lezen dan hoe je de eigen kloten oppermachtig in de wereld
kan laten bungelen (weliswaar in het huidige helaase tijds-
gewricht met enige hulp van een gedoger die zelf ook de
kloten graag in de wereld wil laten bimbammen! ter heer-
lijke glorie van het eigen ondertussen), ja je wil het allemaal
weten al is het maar om de eigen toch al geniale letterbrei
enige aanhaak aan dat gebeuren in de wereld te geven, al
is ‘t maar, dat willen weten, om niet het gevoel te krijgen dat
de naar jouw geest secuur gerangschikte woorden even
godver zonder kloten zich bewegen in die zo hevig te weten
wereld al zijn ze, die woorden, dan niet uit op macht anders
dan je machtig prettig in de stevig aanwezige eigen kloten te
laten voelen. Kortom, het gaat uiteindelijk om het weelderig
laten zwaaien van de eigen zak. Dit is niet nieuw, al eeuw-
en draait het daarom, maar in ons huidige landje alsook ver
daarbuiten gebeurt het de laatste tijd in de politieke arena
wel erg onbedekt, je ziet door de kloten de zak niet meer
zo kan er gerust politiek correct gesteld worden.

Goed, dit als letterpingelaar uitgepeurd hebbende is het
misschien noodzaak om, in plaats van een geniaal stuk-
je, een ongewoon stoerendharde aflevering te schrijven
over de al genoemde zakken achter al die kloten. Ha ja,
om die zakken eens echt flink zakken te laten zijn! Om…

Echter, daar de hiervoor al genoemde stelsteenpuist zich
nog altijd hevig manifesteert nabij het bilgebied en in de
buurt van mijn kloten laten de zaadgevers het onder het
mom van een scherpe naburige pijn dusdanig afweten met
als gevolg dat ik alles in een volkomen zo hevig NIET bij
mij passende lankmoedigheid over me heen zal moeten
laten komen en er dus even geen te zakken blootgelegd
zullen kunnen gaan worden. Zelfs dat gebeuren in Ameri-
ka over de geplande koranverbranding alsook het feit dat
de hierboven fiks genoemde gedoger in datzelfde land op
Ground Zero zijn kloten zal mogen laten zien is me niet
gegeven in oerendharde zakken te prakken. Maar of dat
erg is, Komrij wilde graag de bijbel er achteraan flikkeren
bij die koranverbranding. En de gedoger gaat zijn kloten
mooi verpakken zo beloofde hij op voorhand, het zal een
schone vertoning worden met heel prachtig mooie kloten
zo verzekerde de gedoger ook al op diezelfde voorhand,
heus, ga maar braaf luisteren voegde hij er guitfijntjes aan
toe.

Oef en voorwaar ik zeg u, de M&Mtjes kunnen wat de ge-
doger betreft gerust zijn zo laat het zich in gedogers klot-
enwoorden aanzien, een gemakkelijk peulepotje wordt het
voor de nu toch eindelijk in dit landje in te voeren partijen-
met-klotenpolitiek, rechts gedragen uiteraard en waar hoog-
uit wat oude linkse schaamhaartjes zich omheen de zak
mogen groeperen.

Ik ga denk ik, want de stelsteenpuistpijn is plots op ge-
heel onverklaarbare wijze fijn zo maar verdwenen, toch
maar iets geniaals afleveren hier. Een gedicht bijvoor-
beeld. Een gedicht dat zeer en al recht door zee in een
stoergeaard zakje past, een zakje dat zich gewoon heel
erg flink als zak laat zien.
———————–:
de zon schraapt onverschillig grasgroen bloot

mevrouw
meneer
meneer
mevrouw

het zijn trala nog lang niet dood
niet even soms / maar steeds
in tuinen vogeldwalen slijtgelopen


/ restjes
/ sperma
/ nog
/ van
/ overkomen

spagaat van bloemen broodjes zoet aan mosterd wijken mocht de kamer niet

huis vol afgehouden woorden
het vette welkom op de mat
wat dikke stoelen om te scoren

de zon per draadje aan het dak

Geen opmerkingen:

Een reactie posten