Op weg naar museum Boijmans van Beuningen,alwaar beslist het
werk van Kurt Schwitters moest worden bekeken en bij voldoende
overgebleven kijklust eventueel ook nog het werk van Joost Conijn,
zagen we een verscheurde grootverpakking voor yoghurtkuipjes
zo’n beetje nietsbetekenend voor het museum op straat liggen,
achteloos daar achtergelaten door voorbijgangers. Een onbelang-
rijk nietsbetekenend stukje karton dus, tot het moment evenwel
dat het voor een béétje oplettende kijker toch al snel iets van een
vreemd maar wel vrolijk? lopend figuurtje in zich wil gaan bergen.
Voldoende in ieder geval voor ons om er rap een foto van te ma-
ken met ons digikastje ter grootte van een pakje sigaretten dat
zeer bedoeld altijd mee reist in zak, tas of koffer om dit soort
verrassingen van de straat digitaal te kunnen meenemen naar
het atelier waar we, bij een geslaagde foto, het graag en brutaal-
weg bestempelen tot waardige straatkunst met een grote S waard
om bescheiden in ‘n tentoonstelling te hangen wellicht ergens ooit:
Toeval, zoals gezegd, dit staaltje onbedoelde straatkunst hier? Want
zo dicht bij Boymans waarin op dit moment een expositie gaande is
van Kurt Schwitters die, zoals bekend, allerlei dingen van de straat mee-
nam voor zijn werk. In zijn experimenten gebruikte hij bijvoorbeeld si-
garettendoosjes, tramkaartjes, knipsels, een stevige slootje aan straat-
afval dus, om die te verwerken in collages:
Bijzonder werk heeft dat opgeleverd, dat straatvuilrapen. Mogelijk is dat
wij, SAGE, daardoor onbewust ook wat meer onze blikken naar de straat
zijn gaan richten, echter, het wil duidelijk zijn dat onze stiel er juist een
is van het laten liggen van dingen op straat, we raken ze niet aan, laten
ze als het ware aan de straat zodat die ermee kan dollen en sollen naar
eigen goeddunken. Wat helaas meestal inhoudt; het op een of andere
manier (de onvolprezen gemeentereiniging in veel plaatselijke gevallen)
laten verdwijnen van het straatspul als was het er nooit geweest. Wij ste-
len de dingen om het maar zo te zeggen dus onaangeraakt van het pla-
veisel. Voor ons is alleen de gedigitaliseerde versie van belang opdat er
een blijvend gegeven zal zijn van de meestal te snel verdwijnende en on-
bedoelde beelden, versies als voorgaande foto of deze:
Schildpad Hond Vlinder
Inderdaad, geen Kurt Schwitters.
Maar goed, op weg waren we naar het museum om kunst te bekijken,
en wel de kunst van deze Kurt Schwitters. Echter, eenmaal binnenge-
komen moesten we om bij de werken van Schwitters te komen langs
een ruimte waarin een stellage van ruwhouten planken was gebouwd.
Het trok onze aandacht en voor we het wisten zaten we met de billekes
op ruwhouten planken te kijken naar een van de vijf films van Joost -
Conijn die in verschillende zalen vanaf of zelfs in de stellages van ruw-
houten planken te zien zijn. Stellages overigens heel goed passend bij
de films daar in de films vanuit een zeer fysieke basis grenzen worden
verlegd bij projecten die onmogelijk lijken en waarin experiment, risico
alsook innovatie nogal eens de sleutelwoorden willen zijn. Zo is er in een
klein ruwhouten hokje de film te zien waarin Conijn met een van hout ge-
maakte auto met als voornaamste brandstof hout (een methode stam-
mend uit de tweede wereldoorlog) een reis maakt door Rusland tot in de
zone van Tsjernobyl. De tegenstelling van een klein hok waarin de film
over een reis in een specifieke auto wordt vertoond met de grootsheid
van die reis is hier duidelijk voelbaar zo was in ieder geval onze ervaring.
Ook benadrukken de ruwe planken waarop men zit het fysieke gebeuren
in de films, het wordt als het ware ruw aan de billen voelbaar gemaakt.
Auto van hout in een gang van Boijmans.
Verder zagen we, ook al in een klein hok, de film over een zelfgebouwd
vliegtuig gemaakt van materialen van een fiets een kruiwagen et cetera
waarin de kunstenaar ook daadwerkelijk is gaan vliegen al stortte het al
snel na de start neer. Het vliegtuig staat in de binnentuin (zie foto) van
het museum tentoongesteld.
Ook de film die Conijn maakte voor de Humanistische Omroep zagen we,
maar nu vanaf een grote ruwhouten tribune. Het is de film, Ollanda, over
een fietstocht die hij met twee vrienden door Marokko maakte en waarin hij
Marokkaanse mannen ontmoet die in Nederland hebben gewoond en die nog
wat Nederlands praten. Opvallend is de enorme gastvrijheid van deze mensen,
die een danige tegenstelling vormt op de situatie in Nederland op dit moment.
Kortom we zagen zulk een goed materiaal aan films dat we de rest van de
middag alleen maar de ruwhouten planken aan de billen wilden beleven.
Uiteraard is er nog veel meer over de films te vertellen, maar bij google is
er wel zo danig veel te vinden over het werk van deze kunstenaar dat wij
ons er gemakkelijk vanaf kunnen maken middels deze verwijzing naar het
werk van de kunstenaar waarover wij na deze ervaring graag willen beweren
dat het zeker en zeer de moeite van het bekijken waard is, juist in museum
Boijmans door de bijzondere presentatie zoals hierboven beschreven.
En het werk van Kurt Schwitters?
Daar gaan we een van de komende dagen nog naar kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten