Stel je frommelt een wit vel papier tot een prop
en je poneert de stelling dat het niet zomaar een
prop is. Nee, het wil juist een doordacht gevormde
prop zijn, ontsprongen aan je brein. Een vorm via
je handen, die zoals ruim bekend door middel van
zenuwprikkels met het brein in verbinding staan,
ten uitvoer gebracht (van natuur naar cultuur zeg
maar) naar het propmodel en dezelfde handen die
vervolgens het net geschapen kleinood op de tafel
leggen als was het een kunstwerkje waarbij wat be-
geleidende woorden uit de mond van jou, als toch
de maker, nog eens bevestigen dat het een daad
betreft van opperste doordachtheid naar een heus
bedoelde schoonheid met als resultaat een prop tot
kunst verheven.
Geloofwaardig zoiets?
Waarschijnlijk niet als de prop als een prop op de
tafel blijft liggen zonder het wat verder mee te
sleuren naar het hierboven al aangestipte doen
met de bedoeling de gewone prop te extrapoleren
naar een prop waarvan een ieder in de oooooooh-
stand schiet.
Iets extra’s zal er dus aan te pas moeten komen
wil het een bewonderknal in het schedelhuis van de
kijker veroorzaken. Zo zou je, om het extra’s maar
direct even in te vullen, als kunstenaar een lange
draad (dun visgaren bij voorbeeld) door de prop
kunnen halen, deze draad in een lege zaal van
muur tot muur spannen op ooghoogte als werd
het geheel een maagdelijke wereldbol precies op
het snijvlak van een grote, net geboren gebeurte-
nis die beslist geen theorie behoeft om het geheel
in woord iets anders te laten schijnen dan een prop
papier aan een draadje garen gespannen tussen
twee muren.
Zo?
Nu ja, het kan natuurlijk zomaar zijn dat dit bij lange
na niet voldoende is voor de schedelknal en er nog
wat intensiever denkwerk aan te pas zal moeten ko-
men de extrapolatie tot een volledig succes te maken.
Gewoon for te sake of the knal wat meer expirimen-
teren dan maar? Bij voorbeeld door boven de prop
experimenteel een spotlight te plaatsen die middels
zijn felle licht een schaduw van de prop op de vloer
werpt zo’n 10 keer groter dan het ding zelf zodat er
op die manier een tegenbeeld ontstaat die de prop,
buiten de hierboven al genoemde, zeker een extra
betekenis zal geven zodat de prop niet meer de prop
zal zijn van voorheen.
Gevolg: onder de kijkschedel verwondering?
Mooi natuurlijk, maar wat, gebeurt dit niet?
Geen nood, want het brein voorziet in zulke ge-
vallen in de mogelijkheid er nog meer voldoen-
de oplossingen voor te vinden dan er al voor-
handen zijn. Zo zou er bij voorbeeld een bed
bijgesleept kunnen worden om de schaduw van
de vloer weg te vagen en op te vangen op dat
erbij gesleepte bed zodat er in de voor de rest
schemerige zaal niets dan een kleine witte bol
van papier boven een bed te zien zal zijn met
op de witte lakens van het bed de propschaduw.
Een ultieme gooi naar schoonheid?
Want een fijnzinnige en interessante installatie zo
laat het zich aanzien is er door deze toevoegingen
geboren waarvan de titel zou kunnen luiden “Kwa-
len Van De Schaduw”, een titel die het geheel van
de opstelling een zodanige diepgang geeft dat de
verwondering nu ongetwijfeld ondraaglijk zal worden
in het hoofd van misschien niet alle, maar dan toch
zeker de meeste kijkers.
Klaar voor de wereld dus, dit werk.
Maar.
Maar.
Maarrrrr.
Waarom niet nog wat meer? Want is de maker met
een danig beetje geluk niet alleen manueel getalent-
eerd, maar ook nog eens op schriftuurlijk gebied het
huis van talent binnengevallen zou er nog een extra
verdieping aan het geheel gegeven kunnen worden
met de totale inzet van het laatstgenoemde talent
om het geheel naar het sublieme te doen nijgen. Zo
zou de kunstenaar ter vermeerdering van de al on-
bedaarlijke beleefvreugde graag kunnen gaan rond-
googlen in zijn hoofd op zoek naar het woord schaduw
en alles wat daarmee verwant is om bij de installatie
een lapje tekst te voegen dat mogelijk zo aanvullend
kan gaan zijn dat ALLE kijkers de al genoemde brood-
nodige knal nu onvermijdelijk in het gulhoofd zullen
willen beleven.
Zo’n resultaat van het hoofdgooglen zou kunnen zijn:
On – zichtbaar
volle binnenmuren
maar ook gelapte ramen
voor het buitenlicht
ontsporingen in folders
een gebeuren
bol van streepjescodes
vergeefs glijden
wolken pendelend
boven raadselharen
pil en vliegenmepper
fenomenen
als nodig speelgoed
soms ook weemoed
per maanlicht
vaag nog in geschriften
En als er na deze toevoeging dan nog geen ooooh-
standje onder het kijkersschedeldakje plaatsneemt
dan is deze, wat de kunstenaar betreft, gewoonweg
verloren en gedoemd een muur bij voorbeeld alleen
nog te kunnen zien als een nuttig voorwerp gemaakt
ter bepaling van een fijn beschut leven zonder zo’n
gestapeld steenvlak ook nog wat overdrachtelijk in
de geniepstand te kunnen zetten. Gevolg hiervan
kan zijn dat er voor zo’n kijker het wel heel oude,
donders afgesleten beeld zal willen gaan gelden:
EEN PROP IS EEN PROP IS EEN PROP IS EEN PROP.
Toegegeven, een begeerlijke conclusie voor een
niet al te succesvolle kunstenaar ligt hier voor het
oprapen, zomaar hup te ondersteunen met onder-
staand vers:
Bloemrijke verbindingen
sierlijk het haar (ongedurig
soms moe en tolk van zucht en zwavel)
gewichtig boven snelle wangen
graagogen vol nachtcafé
verre gezichten op conversatie
in toogstille spraak naar mooi / zichtbaar verdragen
te nemen slokken golven gekooid
in het glas
op chaos van gewichtloos vertrekken
os reikt naar zolder op fréle poten van behang
loeit schoorsteen warm barkeeper klimt in zijn
lach werpt kopstootjes tussenbeide
de adem naar buiten
waar rolgevels
in het schedelwerk
Zodat zijn spiegelpaleis…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten