“Het Stedelijk Museum Schiedam presenteert een grote tentoonstelling
van Lucebert (Amsterdam 1924 / Alkmaar 1994) die een uitgebreid
overzicht geeft van alle aspecten van zijn kunstenaarschap. Een aan-
zienlijk deel van het beeldende werk is afkomstig uit de schenking die
de Stichting Lucebert eerder dit jaar aan het Instituut Collectie Neder-
land (ICN) deed. Naast schilderijen en werk op papier zullen ook Lu-
ceberts’ foto’s en keramiek worden getoond. Er is een ruime keuze
uit zijn poëzie te zien en te horen en er zullen verschillende films over
Lucebert worden getoond. In totaal zullen ruim 250 kunstwerken te zien
zijn.”
Maar eerst was er het zich naar binnen ploegen, want druk druk druk.
Eenmaal dan toch binnen mocht men Diana Wind (dir. museum) aan-
horen, die het voorwoord deed. Onverstaanbaar door ‘t geroezemoes
van al dat druk druk druk. Geen idee dus wat ze gezegd heeft, maar
het zal ongetwijfeld een lofzang zijn geweest op de geweldige prestatie
om toch maar als eerste museum de mogelijkheid te hebben gekregen
en deze te hebben aangegrepen zo’n nog niet vertoonde overzichtsten-
toonstelling te presenteren na de dood van Lucebert. Terecht natuurlijk,
want een uniek gebeuren zo in ‘t Schiedamse gelegen aan de meestal
volscheepse Nieuwe Waterweg waarover het wereldse werkgebeuren als
het ware stomend voorbijtrekt richting verre wateren zonder dat de geur
van jenever er ook maar aan heeft kunnen raken meer dan wellicht al-
leen aan de bemanning bij het ter walle mogen gaan tijdens de avonden
van niet te hoeven laden en lossen.
Applaus!
Daarna was er de nog niet zo lang geleden benoemde burgermeester
van Schiedam (mevrouw WM Verver-Aartsen), die een verlicht praatje
kwam houden waarvan de inhoud zo’n beetje de herhaling was van het
geschrevene in het foldergebeuren over deze tentoonstelling en iedere
bezoeker dus al heel wel bekend zo mag gerieflijk aangenomen worden.
En toch wist onze grijsblonde burgervrouw er gelukkig nog een (uiteraard
onbedoelde en daardoor bizarre) draai aan te geven door op een ge-
geven moment het te gaan hebben over het gedicht “De verdediging
van de vijftigplussers“. Ja zeker, mevrouw de burgermeester kreeg het
heel echt werkelijk heus voor elkaar om ten overstaan van honderden
genodigden incluis de weduwe van de dichter zulk een heerlijk pluske te
maken. Vervolgens wist deze burgervrouw het er in te bestaan om ook
nog eens onvervaard, als was er van een net gemaakte danige blunder
geen sprake, het bij ambtenaren toch al nooit te vermijden PR-praatje
over hun bedoeninkje, in dit geval Schiedam, te gaan houden waarin
potver de stad leek uit te groeien tot zulk een mytische proporties dat
Amsterdam het in de hoofden van de toehoorders wel kan vergeten in
de toekomst. Een praatje reclame ook was het waarbij de dichter Luce-
bert, waar het hier toch om ging, geheel verbleekte. Kortom, een heer-
lijke nieuwe burgermeester is het almaar groter groeiende Schiedam
(cultureel gezien) rijker. Een bestuurder ook waaraan wellicht in de toe-
komst nog heel veel meer plezier beleefd kan gaan worden zo liet het
zich tijdens deze door haar zo kleurrijk verrichtte opening heel wel aan-
zien.
Tony Swaanswijk-Koek (foto SAGE)
Na deze toch wat hilarische opening mocht eindelijk dan toch Arjen Duinker
gaan optreden. “Ik draai een kleine revolutie af”, het hierboven al danig ge-
noemde “De verdediging van de vijftigers” en het beroemde “Sonet”, precies
deze en meer gedichten droeg de welbekende dichter voor.
Arjen Duinker (foto SAGE)
Nu wil het geval dat ik een cd ( O, beminnelijk litteken) in mijn bezit
heb en die ook regelmatig bij wat vastloop in de eigen dagelijkse ‘won-
dervijvertjes’ opzet om toch in ieder geval de bevestiging te krijgen dat
het bestaan van eigen wondervijvertjes nu niet bepaald uniek is en dat
gedeelde pret gewoon een lekkere deerlijke halve pret wil gaan zijn na
het draaien van deze cd. Uiteraard doe ik hiermee de poëzie van Luce-
bert tekort, maar het gaat me in dit stukje erom tot een vergelijk te
komen wat het optreden van Duinker betreft en de stem die ik al zo-
vele malen heb gehoord tijdens het eigen ‘wonderlikken’. Welnu, voor
mij werkte het dus niet, dat voorlezen van Arjen Duinker, het zo speci-
fieke stemgeluid, de specifieke intonaties van Lucebert die tijdens het
voorlezen van de eigen gedichten op de cd zo’n meerwaarde geven aan
deze gedichten, het was er alles niet in de voordracht van Duinker, eer-
der verwerden ze door mijn cd-ervaring? tot een, het kan niet anders
gezegd, ietwat slap aftreksels van hetgeen ik gewend was ook al zal
Duinker beslist zijn best hebben gedaan.
Jammer, en dood is helaas dood.
Zo niet is de flamengo-gitarist Eric Vaarzon-Morel die na Arjen Duinker
mocht optreden. Een stevig applaus kreeg hij van een enthousiast ge-
worden publiek voor zijn voeten geworpen toen hij de laatste klanken
van zeer knap gespeelde gitaarstukken had laten klinken in de aula
van het museum.
De tentoonstelling?
Teveel van het druk druk druk. Dus is er niet meer over te zeggen dan
dat ik een deel vluchtig heb kunnen bekijken van de tekeningen en
schilderijen die ik tot nu nooit kon aanschouwen. Ook het audiovisuele
gedeelte, her en der te vinden in de zalen, vol met gedichten en ge-
sprekken met Lucebert, heb ik nog niet kunnen beluisteren en bekijken.
Maar dit alles zo comfortabel dicht bij huis dat ik er in de loop van de
komende weken nog een aantal malen naar toe kan gaan om het ge-
heel aan doek, papier, film en ook dichtwerk (stapels drukwerk met ge-
dichten van L. liggen bij de werken, gedichten die de bezoeker mee naar
huis mag nemen) tot me door te laten dringen. Wellicht volgt er nog een
beschrijving van. Zo niet, geen man overboord, ik heb me laten influister-
en dat Joost Zwagerman, die niet op de persbijeenkomst aanwezig kon
zijn, later hoogstwaarschijnlijk alsnog de tentoonstelling zal gaan bezoeken
en er een hele column aan wil gaan spanderen. Maar, zoals gezegd, een
vage influistering, dus…
Verder is er heel heus nog te melden dat het Poëzieplein gedicht van de
maand februari uiteraard een gedicht van Lucebert is met op de achter-
grond een afbeelding van een van de werken van deze dichter, schilder,
fotograaf. Dit alles kwam tot stand in goede samenwerking met het ste-
delijk museum alsook met toestemming van de erven Lucebert.
Ondanks het nog te weinig hebben gezien
van de tentoonstelling wil er toch gezegd:
Als bij wonder allen nu naar Luciedam!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten