Vriend AIKE 8
Plots in het vorige stukje over een hier
niet ter zake doende brief beginnen?!
Ja zeg AIKEvriend, zullen we eerst niet de
argumenten tegen dat vertelgedicht af-
maken waarmee we stevig bezig waren
alvorens over een oud schrijfsel te be-
ginnen dat ik al voor het grootste deel
in ‘t hoge vergeetgebied van gedane-
zaken-stukjes gedeponeerd had als
zijnde wel van belang maar uitermate
afdoende naar een stevig slot behan-
deld?
Stevig slot? Ach man je hebt niet eens
die dichter fatsoenlijk beantwoord die
nogal bezwaar maakte tegen de door
jou op deze manier geponeerde aan-
val op zijn en ook mijn God. Ik als goed
gelovige kon me heel wel vinden in de
argumenten van die bezwaarmaakdich-
ter die het had over rancune en dat er
dan geen ruimte is voor zijn en mijn
God, dat er dan alleen een leegte is die
opgevuld wordt met het ik. Een ik, vol-
gens die dichter, zo zonder God behoor-
lijk stuurloos en incompleet. Ik vind dat
ie daar gelijk in heeft. Ook dat die Ik
van die brief zich danig overschreeuwt
dat is heel juist getypeerd van diezelfde
dichter.
Nu ja zeg!
Lees je eigenlijk wel op de juiste wijze
mijn heerlijke bijbelvriend? Want zie nu
toch eens wat die dichter precies schreef.
Ik citeer even voor alle duidelijkheid:Tja.
Zolang je nog in rancune leeft, kan er
geen vrede zijn. Is er geen ruimte voor
God. Wordt de leegte opgevuld met het
ik, dat echter stuurloos is en incompleet.
En zich dus overschreeuwt, zoals hier-
boven. Nou goed, dat over die rancune
en geen vrede prima, daar kan ik nog
wel in komen (hoewel rancune rancune,
dat is nog maar even de vraag natuur-
lijk) maar dat vervolg over geen ruimte
voor God (godverdegodver, ik schreef
nog wel ‘n hele brief naar dat vermeend
heilige heerschap) en over die Ik uit de
brief die maar even heel gemakzuchtig
wordt neergezet als stuurloos en incom-
pleet dat is toch van een redeneertrant
die hakkelt aan alle zijden? Waar haalt
die dichter dat stuurloze, incomplete en
vooral ook dat rancuneuze, uiteraard
zonder God, zo darstellig vandaan? Uit
de brief? Maar het is toch een willekeurig
voorbeeld dat de Ik gebruikt over dat ge-
doe met dat echtpaar, dat wordt verdom-
me expliciet wel tweemaal vermeld in die-
zelfde brief. Is ie wellicht heel na aan zelf
God te zijn of zo, die dichter, dat hij dat
allemaal zomaar kan weten van die Ik uit
de brief?
Nou, ik vind nog steeds dat hij gelijk heeft,
dat je zonder God inderdaad geen compleet
mens bent.
Ja hoepla Hoogtroon zeg, zo kan ik net zo
stellig beweren dat ik geen compleet mens
ben mét God.
Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten