zaterdag 15 december 2012

Brief (66) uit Schiedam

Nog maar wat brief op deze dag.

Want ja, alles is mogelijk, zelfs op zondag.

Zo zou je, met al dat zo mogelijke, zelfs een brief dood kunnen
laten bloeien. Een mooi maar wel vechtend doodbloeien. Bijvoor-
beeld door in de aankondiging al te stellen te krijgen met een
levendigheid in woorden geheel niet bij een stervende brief pas-
send. Maar die dan toch maar de brief de dood in jaagt terwijl ie
zingt van het leven. Waarbij zo’n briefschrijfvel zelf het niet eens
in de gaten heeft dat er heel veel aan sterven gaande is in en
tussen de eigen regels.

Maar ook een brief onsterfelijk maken behoort tot de mogelijk-
heden. Zeker als daarin een onderwerp behandelt wordt dat van
alle tijden of van alle normen weggelopen is. Zo zou er even een
moordvers zomaar in te berde gebracht kunnen worden. Handel-
end over het geil verorberen van sexueel afgewonden vlees nog
net niet dood genoeg om er fatsoenlijk van te kunnen genieten,
zoat het eerst nog doder moet gemaakt om ten volle het genot
eruit te kunnen peuren.

Er is ook een brief te verknallen met noemende vreeswoorden
die niets met de brief te maken hebben dan alleen dat die
vreesnoemers ter vulling van het briefpapier dienen en net als
vulwoorden in een gedicht detoneren zodat het loze versdelen
blijven waarover men niet naar huis schrijft dan alleen als men
thuis flink op zijn vlees heeft gehad met handen wel zo groot
als kanaalschepen.

Heus, een brave literaire brief zelfs is er te schrijven. Die men
niet al direct zal willen vergeten. Zo’n brief waarmee als ge-
makkelijke en minst gevaarlijke keus hier wil aangevangen
doormiddel van het erin plaatsen van een gedicht dat een ste-
vig tijdje geleden is geproduceerd naar aanleiding van het zien
van het tafereel in het gedicht beschreven, in het Stedelijk Mu-
seum te Den Haag aanschouwd tijdens een Mondriaantentoon-
stelling alwaar ook, zij het bezijden, dit schilderij van Van Gogh
hing:

Getimage

Het gedicht luidt als volgt:

Rondgang van gevangenen

(bij “De gevangenpoort” van Van Gogh)

kijk, ze wees geschokt naar
‘t groene schilderij alsof ze iets
herkende

nors, niet kijkend en geklonken
aan de stok wist hij het al
bekende


schuifelde stug voort langs
het prachtig beeld ‘t stond hem
tegen


met laatste krachten bij
bekenden op bezoek en zeker
niet genegen


te kijken naar het doek waarin
het wezen van hun echt zo… zo
werd beschreven


met geschuifel en het stokgetik
kwam zwaar zijn brom van gewoon
maar verder leven


Een woordbeeld mag men toch zeggen waarvan kan gesteld dat
hij, gelegd op willige ogen, goede handel vermag te zijn mits er
donsmatig gedonder achter die wilogen van de lezer zal plaats-
hebben door het besef bijvoorbeeld dat het gewoon maar verder
leven uit het gedicht even niet gold voor van Gogh en er na zo’n
besef in regenende pijpenstelen danig al de grond tussen al de
voeten wordt weggeslagen met de groeiende behoefte voor een
vluchttijdje een zonmachtige duik in een lief poëtisch zaadbakje
te willen doen waarin zeg maar lelietjes-van-dalen groeien tot in
het hoogste hoogblauw zonder een teug van dat gevaarlijk wonen
waarin genoemd schilderij als kijkding hangt, een zonduikje als:

Lief gedicht, wij

krasgeel maanlicht giebelt inslagkraters

dun in halfslaap wij
naast schroomland

de pijn uitstekend op de zomer ingesteld

fraai gezonde vissen
spugen water lichter

lucht

in vroege longen

fris kristallen bol heus achterop wat
scooter om de reis van hot op her
ook en vooral niet terug naar huis

in zeven sloten dertien ongelukken wereldrijk
van wit en speelgoed waar geen vogelspin op wilde hond
want zoete lagen in versierde klok aan onbeholpen tijd

aanbevolen ticketlijn: pakken vlies wat wattenworp en vooral ook fröbeltech

lekker dit terrasje
zoveel uitzicht ook

hopla zoef en meubels

sold oud?
sold oud?

haar alleen nog dansbelevenis in wolken
nagalm van de zee
om niet op tijd te hoeven voor het laatjournaal

Nu ja, om het literaire, als extra uitroepteken, dit versje nog:

Verliefd


je lach
je lopen
en bewegen

je ogen
je stem
van helder glas

als een heldere
hemel
bij zware regen

schoon je
in mij
de laatste kras

Dat direct volgens velen naar de wereld van roze albummetjes ver-
wezen kan worden wil men echt node eens rechtgeaard masochis-
tisch met de blote voeten in de korrels modder van ‘t huidige van in-
fotikkende tijdperkje rondsoppen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten