woensdag 19 december 2012

Brief (93) uit Schiedam

Je ooit gerealiseerd uit hoeveel letters godverdomme bestaat?

Daar is natuurlijk veel over te zeggen, als dat niet al gedaan is.

Het lijkt me voor de hand liggend en eigenlijk wil í­k er niet mee
aan de gang, want een toch wel erg bakje makkelijk, alsof God
doelpaaltjes heeft neergezet waar je verdomme nooit eens even
lekker naast kan schieten.

Wel een vrolijk idee, overigens, het begrip God te knopen aan
scoren en voetbal; geloven is een kwestie van winnen. Toch?

Eh…

Er zijn ook urgentere zaken waarover je een tel na zou kunnen
denken. Zo schoot bijvoorbeeld vanmorgen, terwijl ik nog com-
fortabel op mijn eigen bed lag, het idee mijn wereld in dat er
heel veel plekken op de aarde zijn waar ik gewoonweg niet mag
komen. Lapjes aarde zeg maar, waar ik nooit een stap zal kun-
nen mogen zetten.

Vreemde gedachte eigenlijk dat je zomaar, uiteraard wel met
een vette buidel op zak, een deeltje van de aarde kan kopen
en daar, als je dat wil, nooit iemand op toe hoeft te laten, nog
geen vlo als het ware. Op zo’n plek is alles voorbehouden aan
de eigenaar, die bepaald wat er wel of niet mag gebeuren, wie
er wel of niet mag komen.

Ik heb niet zo’n plek, alles wat ik bezit aan huishoud- leef- en
overleefspul mag zich manifesteren in een rechthoekig tussen
muren geperst stukje lucht dat niet echt van mij is, dat ik voor
een vette prijs huur van zo’n eh buidelbezitter. En nu weet ik
heus wel dat het lekker is voor een mens om een plekje te
hebben waar je geheel onbespied je eigen privégedoetje kan
beleven en uitleven. Niks mis mee ook. Uitermate onontbeer-
lijk voor de gezonde overleef zelfs. Het is meer dat een veel-
tal lieden een wel errug groot stuk aan aarde nodig heeft om
volledig te kunnen zijn, plekken waarop ik, als gezegd, mooi
maar even geacht wordt nooit te komen. Het blijft een raar
idee dat je alleen de openbare ruimte tussen al die in bezit
zijnde plekken nog kan betreden zonder iemands nekhaar
op te stijven tot boos omdat hij zich in zijn privé-oord tot op
het huidje voelt aangetast.

Wat dat betreft zijn kerken dan weer een hele verademing,
daar mag je veelal mooi op elk moment van overdag binnen-
lopen. Al kan je er, toegegeven, niet je privéprutje uitleven.

Wel moet hierbij fluks vermeld dat zulke gebouwen danig uit
bezoekerszak zijn betaald, waarmee dan die zo zalige ver-
ademing weer wat minder aan zalig ademspul bevat dan
op het eerste gezicht heel hemels leek, dus niet helemaal
is het de zevende hemel, meer een hemeltje uit eigen zak.
Elf, negen, zeven, dertien, zes en nog zowat getallen, ze
zijn door de mens volgeschoten met lekker zwaar of licht
geklater.

Wat voor een betekenis (want ik ga het er toch maar even over
hebben nu ik al schrijvend bij kerk en zevental ben aanbeland)
toch te geven aan het misschien nooit eerder gerealiseerde van
de eerste zin bovenaan deze brief?

Godverdomme: 11 letters.

1 en 1 is 2 zou je kunnen zeggen en daarmee het zo door een
aantal mensen verfoeide woord de betekenis van kloppend kun-
nen geven, want doe je dat woord op een meestal grove manier
uiten is de uitkomst krek duidelijk; op eigen verzoek zal God zo
klaar als 1 plus 1 is 2 je verdoemen. Ha, geen duivels speldje
tussen te krijgen, alles koek en heil zogezegd en dus geen
bokkenpootje meer aan de lucht, of nog anders gezegd, in
een zalig luie stoel moet je geen hels werk gaan zitten verzin-
nen. Een aangename gedachte. Zeker zou dat zo geweest zijn
ware het niet dat het getal elf door ons mensen ook lekker
klats door de aarddrek gehaald is als het gekkengetal op een
enorme stapel van normaalgebergte, een halen waardoor het
krek duidelijke van het hierbovense 1 plus 1 is 2 een behoorlijk
fikse knauw krijgt, waarvan God dan toch weer scheef uit zijn
hemeltje komt te hangen, Zijn verdoemenis zo een kartelrandje
krijgt waarop het niet zat te wachten, erger nog, het wordt zo
een wassen clownsneusje spartelend in danig verbleekte kleur-
en, een neus die de clown tot een meelijwekkend figuur maakt,
een figuur waar geen drama meer uit is te lichten dan het dra-
maatje van de absurde zelfbetogende hemelhuid.

Maar, zullen de fans van God zeggen, in die ruimte moet je niet
wroeten, daar moet je vanaf blijven, dat is Zijn ruimte, daar heb
je als leek gewoonweg niets te zoeken, dat is verboden terrein.
Het zal mogelijk niet verbazen dat ik het wat dat betreft wel wat
vind lijken, ook al is het van een ietwat andere orde, op die bui-
delbezitters en hun veel te grote plekken waar je ook niet zo-
maar kan vertoeven zonder toestemming van zo’n bezitter, waar
het waarachtig ten strengste verboden is je te begeven en waar-
mee hopla hola de in beginsel toch wat onwillige cirkel van deze
brief, o wonder, toch waarlijk mooi als rondgebijbeld kan worden
beschouwd al zeg ik het zelf::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::

Dus

Op dreef

het moeten weten
waar uw Noachboot zal varen
als er tot de bodem wil geraakt

(een racebaan waarop dode auto’s
een stelling zonder waarheid – nut
gemaaid gazon schreeuwt zich tot groei
stijlvol schoeisel lengt zeven maal zeventig mijlen
aan onbeholpen genot waarin de nieuwe droom al / )

iemand kijkt op
moet zich schuinen om de werkelijkheid
bijeen te ogen

stuit op een staketsel van digitale huizen

denkt

waar zit de brievenbus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten