woensdag 19 december 2012

Brief (95) uit Schiedam

Nat met een sporadisch zonnetje.

Halfbakken weer waarin je geen moment de neiging voelt
opkomen eens lekker met een ‘vet’ wijfke van bil te gaan
in gras dat glinstert van al het smijgelvocht van de wereld.

Nat gras, het is als een woning zonder ramen, een auto
zonder wielen. Ervan wegvluchten is de enige optie. Alleen
voetballers krijg je zo gek er op te gaan rollebollen als ze
per ongeluk een goalpuntje voor het eigen kluppie hebben
weten te verschalken. Nat met een hier en daar onbedaar-
lijk misplaatst zonnetje, zo dus wil de situatie hier in S.,
een plaatsje waar op zijn minst een knetterende zon van
node heeft te zijn om een schijn van leefbaarheid nog op
te houden ook al is vorig jaar nog zo hevig die afgewinter-
de kindervriend, in stemmig rood gekleed, hier per stoom-
boot aangestreken voor zeker wel een hele halve dag.

Nee, nat blijft nat.

Het enige dat je in zo’n nietswaardig weerkuipje kan gaan
doen is wellicht iets te schrijven over het ook al zo door-
natte politieke klimaat in Nederland waarvan ze rap in het
buitenland de hoge laarzen aantrekken om niet in de pol-
derpotsierlijkheid direct al die leemnatte voeten te krijgen.
Zo zou ik bijvoorbeeld een kek politiek getint gedicht kun-
nen gaan schrijven. Maar zou is nog geen realiteit, geluk-
kig, want politieke gedichten zijn veelal niet meer dan in
proza gedrenkte statemens die met alle taalgeweld in po-
ëtische vorm zijn gehakt. Zoiets wil, wat mij betreft, nur
maar meer en meer buien in het al genoemde zonnattige
plenzen.

Dus Kluger Hans vanmorgen in alle nattigheid maar gaan
lezen. Het resulteerde plompverloren in een snotterig ‘ex-
perimenteel’ gedichtje van eigen hand:

Terloops

druppel. zakdoek. naar.
de. neus. gesnoten


zak.

doek. naar de zak.
druppel zak. doek.

naar de neus.

gesnoten zakdoek.
naar. de. zak.
druppel. zak. doek.

neus. naar de druppel.
gesnoten. zak. doek.


neus.

naar de. zak.
gesnoten druppel.
zakdoek. druppel. zak.


doek gesnoten.
naar. de. zak. drup.
zak.snot.neus.doek



Waarmee maar wil gezegd dat ik het merendeel van dat blad
heb gelezen, want daar zelf een gedichtje van gaan schrijven,
ha dat is toch de ultieme worm in mijn schrijfketeltje op koud-
vuur en tevens het bewijs daarvan en ook dat ik wel wil zeggen
dat het speuren naar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van
vooral de poëzie in K-H, dat ik daar somtijds wel van buiten ’t
literare bolletje weet te raken gezien ook het feit van het hier-
boven al getoonde veel te na-aapgedichtje. Ben benieuwd hoe
het verder zal gaan met het literatuur inzettelijke K-Hans-blad.

The day before yesterday weer ‘s over de eerste boomtakdichter
van Nederland bericht, maar de Contrabas pikte het ook nu niet
op. Deze online site is wellicht wat minder geïnteresseerd in pui-
ke en onbedaarlijk nieuwe ontwikkelingen dan het speurende K-
Hans blad?

Ach, de alfijne feestdagen stormen weer aan dus what the hell!
Verder wil deze brief eindigen met een niet op het K-H-blad ge-
ïnspireerd gedicht over waslijnen waaraan regendruppels zich ver-
hangen. In de lijn van al het nat met te slap zonnetje wel zo toe-
passelijk:

Waslijnen

aan het balkonhek

hebben zij er een
door een ieder te zien

niet dat er wel eens was aan hangt

soms wat druppels
van dauw of regen

ook aanklampvuil

was drogen zij binnen
daar waar het warm is
waar geen regen valt

daar ook wil veelal geen vuiltje in de lucht

wel heldere druppels die
van de dauw en de regen

men zegt dat je de hele wereld erin

soms stort er een zich
naar het erge beneden

hun was drogen ze binnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten