zaterdag 15 december 2012

Brief (reserve, dus nr 65,5) uit Schiedam

Het klinkt misschien raar, maar ik begon me waarlijk zorgen te
maken vanmorgen in de eerste tien minuten van toetsbeklim-
ming geen enkel vers te hebben gemaakt. Bang al werd ik dat
de rijke bron tot op de bodem door mij was leeggetrokken. De
muzen kwalijk huilend aan de rand. Weeklagend over het feit
dat de wereld allerhande aan verzende tekst zou moeten mis-
sen die ze zo danig te node behoeft ter mooie gaafronding van
haar weliswaar onverschillige maar toch gevoelige huid waar-
van dichters de kloppende zenuwen naar behoren hebben bloot
te leggen. Weliswaar voorzichtig en secuur als aaiden ze een
poes met een vacht vol alarmbellen bellend naar klauwpoten
die, aldoende gealameerd, heus soms ook dodelijk kunnen zijn
maar zeker altijd wel een fikse schrijn willen veroorzaken zodat…

Een nieuw gedicht dus.

Dat ik overigens hier niet al direct ga leveren daar die huilmuzen
het zo hevig verlangd hebben aan hun bron dat er wel een voor-
beschouwing aan vooraf heeft te gaan. Bijvoorbeeld in de vorm
van een vraag en antwoordtekst zodat er niet gestecheld hoeft
over de kwaliteit van het te leveren gedicht dat in de nabijheid van
zulk een muzentranenbad is geschreven.

Een vraag/antwoordtekst waarvan de een vraag zou kunnen zijn:
Kunt u het raam dicht doen? Het antwoord daarop kan wellicht
luiden: Een wat lastige vraag bij het openstaan van tien ramen in
deze ruimte. Hoezo? is geheel naar logica dan de tweede vraag
van de vragensteller. Waarop het tweede antwoord als volgt te for-
muleren valt: Het feit dat u de vraag nogal in het enkelvoud stelt
terwijl er tien open ramen zich hier in deze aan ons zichtbare ruim-
te bevinden brengt mij in opperste verwarring u zo serieus te nemen
dat ik inderdaad ertoe over zal gaan een van die tien ramen te sluit-
en om aan uw voor mij toch wat vreemde vraag te voldoen, want
negen openstaande ramen zullen het effect van een door mij, op
uw verzoek, gesloten raam teniet doen ook al is er dan visueel wel
het een en ander veranderd. Hoe moet ik dat nu begrijpen? zo zal
de derde vraag van de vrager luiden, een vraag waarbij noodnodig
direct de uitbreidende verklaring gegeven dient dat tien tegen negen
ramen open wel degelijk een verschil maakt, ook al is die miniem.
Waarom, zo luidt aldus het derde antwoord en tevens vraag, zal ik
me inspannen voor zo’n miniem verschil? De vierde vraag nu van
de vragensteller die door de veranderde situatie van vragensteller
tot antwoorder gebombardeerd werd moet hierdoor een antwoord
worden waar de vragensteller in deze situatie niet op heeft gerek-
end zodat het antwoord zich wat klungelig laat uiten in deze woord-
en gegeven: Elke inspanning schuift heus ramen tot gesloten ko-
zijnen, toch???? Door dit laatste woordje ‘toch’ sneaky aan het ant-
woord te plakken en ook nog met wat vraagtekens te bekleden is
het antwoord toch nog listig naar een vraag geklommen waarop de
antwoorder die zich als vragensteller ontpopte zich nu weer tot ant-
woorder gedegradeerd weet en bij zulke wending het als vraag ver-
pakte antwoord danig verkeerd interpreteert en antwoordt dat ko-
zijnen weliswaar bij de ramen horen maar dat die als zodanig ff niet
gesloten kunnen worden door welke buitenissige inspanning dan ook.
De tot plots gebombaarde antwoorder, door het eerder door hem zo
graag afgedwongen antwoord weer tot vragensteller geworden, raakt
hiervan zo in goede doen dat hij niet eens heel ver hoeft te zoeken
naar een nieuwe vraag die een afleidingsmanouvre inhoudt waarvan
zelfs de muzen aan hun bron gesticuleerd in de war zouden zijn
geraakt hadden ze dit vraag en antwoordgesprek gevolgd. Echter te
druk met wenen deden ze dit niet zodat die nieuwe vraag heus met
alle gemak gemunt kan worden als een antwoord inhoudende dat
raam en kozijn als geheel tot een gesloten eenheid zich kunnen
vormen deed de antwoorder van deze vraag/antwoordtekst verdom-
me gewoon even wat hem gevraagd is zonder dood gemier over het
niet mogelijke waarover hij als mens de kop niet moet breken daar
deze vraag en antwoordtekst zo de fikse kans loopt uit te groeien
tot een rivier waarvan de oevers ver te zoeken zullen zijn en waar-
tussen zelfs het meest brave klotswater geen weg meer weet te
vinden naar bij voorbeeld een poëzie waarmee dat oeverloze heel
fiks botst en zich georganiseerd opgenomen gaat weten in een ri-
vier van verzen waarvan hieronder het hierboven beloofde vers een
ruime vertegenwoordiger vermag te zijn:

alles wat hoort schreeuwt terug

godgod
het is toch allemaal wat hé

dank je maar even geen verhaal

wel ‘t boerenbestaan 
en dat dan als ideaal
het hondt huis in mij

of toe nou tante
melk nu eens een koe
naast het gemeentehuis van een grote stad

want er is duiding
dat de mussen hier
nu toch echt wel weg

tussen hectiek van heftruc
en heipaal en al die bomen
en de lucht die maar in de weg staan

ook moedereend al zal ze
haar kuikens blijven leren

buiten ons en onder het raam
 vouwen kinderen vlinders maar
hun vleugels helsen van papier
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Mooi gedicht toch?

Toegegeven, dat ruime is wellicht wat overdreven.

Maar waarom zal u me daar een potje vreugde voelen over deze
tekst na al dat vraag / antwoord gedoe? Zeker daar het een tekst
betreft die weliswaar oogt als een gedicht, maar voor u mogelijk
ook meer iets weg kan hebben van een zogenaamd viriel bosje
bij elkaar geraapte lodderwoorden. Waar voor u geen zinnig iets
meer uit lekt dan een loefdotje van onsamenhangend gezang zo
denkt u zich wellicht af. Een legitiem afdenken, jazeker! Waarbij
u er zelfs nog een fiks paar extra vragen tegenaan zou kunnen
verzinnen die heus steekhoudend mogen gaan zijn. Die het ge-
dicht na een volledige close reading willen gaan kaken of kraken.
Ja, er een woestenij van kunnen maken als was er een tof derde
wereldoorlogje overheen gegaan. Met als beproefd resultaat een
totaal verschroeide aarde, of in dit geval; een totaal afgebrand
vers.

Ik vind dat u dat niet moet doen!

Daarom maar snel naar iets anders. Hoewel, zo blijven we toch nog
bij het dichten, want Pegasus, is dat niet het rijdier van de dichters?:

Kl_bew_p2153902_schiedam_15_feb_08
SAGE Vurige Pegasus 2008

En ja, uit dit alles mag hooguit gewoeld dat er…
Geen idee eigenlijk.
Maar inmiddels is er schön wel weer een briefke volgetoetst.
Voor de eeuwigheid natuurlijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten