vrijdag 14 december 2012

Brief (30) uit Schiedam

Vorige week bij Donner op de afdeling licht beschadigde boeken
(vaak voor de helft van de prijs of minder) kocht ik naast “Niets
te vrezen” van Julian Barnes, “De ontsproten Picasso” van Bianca
Stigter, “Beminde ongelovigen” (atheïstisch sermoen)van Anne
Provoost ook een werk van Jeroen Brouwers en wel “Het is niets”
(leefwereld als mozaïek van herinneringen,stemmingen). Normaal
gesproken vind ik zoiets niet vermeldenswaard in een brief of welk
ander schrijven dan ook. Wat ik lees of zelfs niet lees, heus het
gaat een ander wat mij betreft geen ene flonder aan. Tenzij er wat
belangwekkends te vermelden valt over de gekochte literatuur zo-
als nu even het geval is met dat boek van Jeroen Brouwers. Want
wat wil het geval? Op pagina 18 van het nietsboek figureert Schie-
dam in de hoedanigheid van een fles jenever van Nolet waarbij
deze drank, door Brouwers genuttigd als drug voor de hersens,
het moet ontgelden met de mededeling dat in tegenstelling tot
andere jenevers zoals Bols, Clareyn, Hooghoudt hij van Nolet in
de roes steeds wakker schiet om de tegen hellestraf aanleunen-
de DORST te lessen waarbij al het ingenomen vocht soms naar de
mond terugborrelt en de luchtpijp binnendringt zodat hij, Brouwers,
na het ongeremd gebruiken van Nolet al enige keren bijna in zijn
braaksel is gestikt, net als Jimi Hendrixs overkwam zo eindigt in
een voorlaatste regel het brommende Noletstuk van de schrijver.
Nu moet u weten, Nolet is dé trots van Schiedam! Alles wat het
bedrijf wil krijgt het met de rinkel van een fleske voor elkaar in
deze plaats. Zelfs een eigen molen heeft ‘t drankbedrijf mogen
laten bouwen. Een molen hoger dan de vijf grootste molens ter
wereld die Schiedam toch al te rijk was. Zodat Nolet nu de groot-
ste heeft, zeg maar. Dit alles natuurlijk in wederzijds belang laat
dat duidelijk zijn. Zo kan Nolet niet zonder de historische achter-
grond van Schiedam als dé jenerverstad en Schiedam pikt een
heerlijk graantje mee aan economische ophuppel.

Een negatief verhaaltje als dat van Jeroen Brouwers, daar zit men
vast niet op te wachten. Ik vermoed dan ook niet dat het in de ge-
schiedenis van het bedrijf een plaatsje heeft gekregen ook al is het
voordeel van een geschreven stukje over een product uit je bedrijf
van een beroemd schrijver veelal niet te versmaden. Maar gelukkig
zijn daar dan heel af en toe wat Schiedambrieven met daarin, als
het zich in node aandient, Schiedam als onderwerp zodat een Br-
ouwersding als het hier naar boven gehaalde toch nog van de bo-
dem komt drijven.

Waarmee overigens niet wil gezegd dat ik beslist Schiedam schade
wil berokkenen. Nee zeg, de stad is mij te zeer lief. En dan, het zou
Schiedam met Nolet toch zeker wereldberucht maken stikte zowaar
de schrijver ooit in een fikse gulp zeer welgulzig tot hem genomen
jenever, alle wereld zou ervan vernemen, Schiedam zou verzinken
in een beroemde dip, Nolet rap worden gesloten en die hoogste dan
overbodig geworden molen daar verzinnen we wel weer een bestem-
ming voor. Mogelijk kan er een museum voor alle literaire werken
van Brouwers in gevestigd worden als een soort van weer-goed-ma-
ken voor die premature verstikkingsdood van de schrijver, die daar-
mee (met zo’n museum), zo analyseer ik hier even aan de hand
van al wat ik van hem heb gelezen, echt niet blij zal zijn. Maar wat,
schrijvers hebben in dezen geen noot te vertellen. Dood niet en al
zeker niet van die alzuipende schrijvers met een wereldbeeld waar
zelfs de meest noeste wortels in de aarde niets van willen weten ter
bescherming van al hun hoogbloei met alle groeilust tot bovenaards
geperst. En waar deze schrijver hoogst waarschijnlijk geen enkel goed
brommetje voor over heeft. Laat staan dat hij van levensvreugde in
zo’n te groenexplosie zou klauteren in een toch nog klaar moment
van puur geluk.

Nee, bijna ondenkbaar zoiets.

Maar goed, Schiedam komt wel even impliciet voor in een boek met
de titel “Het is niets” en dat is uh even altijd nog een tikje beter dan…

Precies!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten