vrijdag 14 december 2012

Brief (35) uit Schiedam

Ik mag u met enige trots voorstellen:
DE EERSTE BOOMTAKDICHTER VAN NEDERLAND.

Heus, ik heb het google gevraagd maar die wist van
de boomtakdichter geen kwaad en gaf als antwoord:

“Uw zoekbewerking – boomtakdichter – heeft geen
overeenkomstige documenten opgeleverd”
De eerste dus.

En dat is mooi!

Heel mooi zelfs, want ik zat vanmorgen met ogen
nog wat log van de slaap uit het raam te staren ter
voorbereiding op wat ik nu weer eens had te schrijven
toen mijn blik op een paar bomen in de straat voor
mijn huis viel waarna het direct onder mijn schedel
begon te borrelen van woorden die al snel tot zinnen
zich vormden waaraan ik kon aflezen waar ik op dat
moment aan dacht. Wel, het zal u niet verbazen na
al de laatste tijd dat die gedachte ging over dat er in
Nederland nu al zoveel officiële dichters zich bewegen.
Zoals daar zijn een Dichter des Vaderlands, provincie-
dichters, stadsdichters, stadsdeeldichters, straatdicht-
ers en wellicht zelfs trottoirdichters, maar dat er geen
boomtakdichter is in dit Nederse landje anders dan
de vele vogels die beslist en heus een behoorlijk
pijpje aan poëzie onder de veren hebben huizen en
dat ook dagelijks flink uit die veren laten razen via
al hun snavelzang. Echter, die poëtische veerbakken
zijn met zovelen dat daar geen eer aan te behalen
valt. De een kan zomaar zonder risico van welk ver-
val dan ook ingeruild worden tegen de ander. Al die
veebolletjes ze zingen met dezelfde wind mee, daar
is geen mogelijkheid tot onderscheiden aan. Kan je
net zo goed stratenmaker zijn of worden. Aan een
vers bestraatte straat zie je ook niet welke straten-
maker het nieuwe wegdek heeft aangelegd. Het kan
zomaar even door iedereen of je buurman gedaan
zijn. En daar is een beetje poëet niet op gebouwd.
Schitteren tussen een partijtje anderen zodat het
eigen licht volledig wegvalt daar wil dus heus geen
enkele vervente verzenmaker aan. Juist het alleen
schitteren in bewonderende erkening daar schrijft
een beetje dichter zich voor zeker naar toe. Anonie-
me beenders zijn er al genoeg zo zou je bijna de
liedmakers brommend kunnen horen denken tussen
al hun poëtenwerk door. Nee, aan zulk een weinig,
daar willen ze brr even echt niet aan.

En terecht natuurlijk.

Zo ook zou ik niet op de aha-gedachte gekomen
zijn om de boomtakdichter uit te vinden. Was ik
wel op zoiets als de al genoemde stoeplegger ge-
stuit waarschijnlijk. Als ik überhaupt via de bomen-
blik van hierboven op welk een beroep dan ook zou
zijn gekomen had het alom spelende Friese dicht-
kiesspektakel van een tijdje geleden niet in alle
hevigheid plaatsgehad. Waar ook de Volksjongen
Droog niet over uitgekrant raakte een tenenkrom-
mend na-tijdje lang. Let wel, dit laatste volgens een
paar kritische geesten. Maar eh de boomtakdichter
nu, want te stappen in een fel en snel ontbrandend
poëmijnenveld daar ging het in deze brief uiteraard
heel niet om te doen. Meer wil ik hier en nu iets
nieuws tot stand brengen. In deze brief wil primeur
gemaakt. Dus kondig ik bij deze aan dat ik mij en
mezelf officieel uitroep tot boomtakdichter van de
alomse Lekstraat in de wijk de Gorzen, gelegen in
het schone Schiedam!

En om de plichtdaad direct maar aan het woord te
voegen primeur ik waarlijk ook nog eens het aller-
eerste ooit in Nederland geschreven boomtak-
gedicht van mij, de kruinverse en allereerste offi-
ciële boomtakdichter van heel de wereld Schiedam
in Nederland:

B-takvers uit de Lekstraat

(eerste boomtakgedicht van
de eerste boomtakdichter in
heel deez wereld Nederland)

over Schiedammers dichten
ja zelfs van hun gewrichten
het bleke vel graag lichten

heus dat alles wil ik doen
in woorden grijs als groen
en niet enkel voor de zoen

want alle stedelijke dingen
daar is groots van te zingen
zeker aan de volkse kringen

maar omdat ik nu niets weet
niets benoemen kan dat heet
blust dit dichtje op de meet

maar de toekomst doet verkeren
dus zal u de Schiedammers leren
kennen in hun liefde en begeren

ach het kost geen enkel stofje pijn
met een slootje goor of flesje wijn
boomtakdichter in Schiedam te zijn
Trouwens, het is van een populier, de tak
waarop toch dit allereerste vers is tot stand
gekomen, werkelijk, een regelrechte popu-
lier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten