maandag 17 december 2012

Brief (81) uit Schiedam

Zit ik al een tijdje met mijn winterwakje aan de lente toe
te zijn, ligt er zowaar alwéér een veel te fiks vliesje sneeuw
over dat lenteverlangen. Alles goed en wel maar zo kan een
mens, en ik in het bijzonder, zich toch niet instellen op de
warme toekomst. Als er almaar van die kouwe ongein over
mijn winterwakje wordt gestoven is er toch geen gebreide
zomerkous meer aan de voet te trekken met goed fatsoen?

En zomer, daar ben ik, en met mij velen denk ik, aan toe.

Maar daar dit er aan toe zijn steeds maar weer op de proef
gesteld wordt door heel erg stiekem snachts koude klappen
over dat eraantoezijntje te plempen heb ik deze morgen in
volkomen verontwaardiging mijn bestofte zwembroek aan
getrokken, ben daarna over de witkouvlies naar de schuur
gelopen, heb daar mijn schaatsen uit het te weinige (want
toch zeker nooit en nooit meer echte winters) vet geplukt
en ben in m’n op een zwembroek na naakte nakie met een
ook uit de schuur gegrepen bijl de glijders onder de schoenen
zo hevig te lijf gegaan dat het schaatsgerei alleen nog bruik-
baar heeft te zijn als uitdrukkelijk protestwaar tegen het uit-
blijven van de warmte uit de door mij en vele anderen zo ge-
liefde gloeibal. Nooit meer schaatsen dus. Ik voel me erg wel
bij dat idee. Al dat oeverloze gekras over water dat zich van
de kou verhard heeft tot een laag wit en zo oerend glad dat
er, ook zonder schaatsen onder te hebben, drabbig op rug
en bil neergekletterd kan worden, ‘t wil mijn beker niet zijn.
Zeker als je daarbij aan de mogelijkheid van pijn denkt die
op deze manier veroorzaakt wordt en die toch op z’n minst
tot het eind van de olympische winterspelen zal opspelen
in het uiteraard naar die spelen kijkende lijf. Want sport
is nu eventjes de krans op het huidige leven, alle rest van
het gebeurende leven ten spijt. En daarbij hebben we tot
overmaat van kill ook nog Erika Terpstra, de onoverkome-
lijke lilmoeder van al de sportmannetjes en sportvrouwtjes.

Ach, ware er een olympische wedstrijd in positiefstuiteren
geweest we hadden in haar geen bronzen, maar heus een
gouden medaille winnares gehad. Heil en alle luck is er dus
niet zo’n wedstrijd, de sportmannetjes en sportvrouwtjes ze
gingen nog meer dan nu al het erge geval is onder ‘t lillige
lilmoederschap bedolven worden.

Ze zal vast ook gaan, net als Jan Peter B. die het welbeken-
de broodje/speeltje ook al, zo blijkt nu, hoog in het normen-
waardenvaandeltje van zijn Nederlandje heeft geborduurd. En
Willem A, die gaat uiteraard ook. Lekker met Maxima samen
oranjeballen in een ijshal, het is de kroon op de kroon die ze
nog almaar niet hebben omdat Trix het verdomd om alleen
nog als opoe voor al de kleinkinderen te fungeren. Waar ze
overigens gelijk in heeft. Denk maar eens aan Juultje, die
wist op het laatst gewoon even helemaal niet meer van alle
schaats en hockystick, een toestand zoveel te onwaardig voor
onze kilkloeke Trix. Ik vermoed dat Maxima nog wel een win-
terspeeltje of wat moet meemaken per oranjeballen geheel
en al zonder de kroon. Schoonmoeder Trix kent haar Wille-
man maar al te goed. W-zoon mag pas bij haar laatste snik
de kroon opzetten, mark my words. Zo niet dan zal Maxima
ongetwijfeld gedreigd hebben met een scheiding plus mede-
neming van al haar dochtertjes naar haar geboorteland en
naar haar papa Zorreguieta.

Maar laten we vooral niet op louche zaakjes vooruit lopen,
ha, eerst maar eens het tribunevolle linklillen van de olym-
pische winterspelen beleven samen met Erika T., M plus de
troonpretendent, Jan Peter B. en de hele hele Nederlandse
rest.

En daarna godverde g toch zeker wel de broodnodige lente.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten