zaterdag 15 december 2012

Brief (47) uit Schiedam

Woensdag, dus moeten we het over tegels hebben.

U weet wel.

En dat ze overal zijn.

Want de eerste ochtendstap heeft zijn neus nog niet buiten
de deur gestoken of het voor de dag nog wat onwennige lich-
aam belandt van de warme woonsteevloer op de grijze vlak-
jes waarvan in vooral steden, dorpen en ander massawoon-
gedoe ontelbare paden zijn geflanst tot een logisch netwerk
vooral toch maar ter bevordering van een onbelemmerde
voortgang altijd wel een te bereiken doel nastrevend die het
leven een beetje die zin geeft om ermee door te gaan zond-
er direct maar tegelrecht naar het dichtstbijzijnde kerkhof je
te haasten om daar onder een wat groter uitgevallen tegel
je voor onbepaalde tijd te ruste te leggen met geen enkel
doel meer dan alleen daar te liggen waarbij in de groottegel
een aan jouw klevende gedacht heel fraai is gebijteld. Bijv.:

Hier ligt G. G. van Schuppen
Eigenwijs wat na te druppen


Tegels dus.

Vreemd genoeg groeit er zelden het bewustzijn dat we toch
wel heel erg vaak de tegeltjes doen. Ook op dagen die zich-
zelf geen dag kunnen uitstaan en de t-vlakken nog heviger
geleurd zijn naar loodlucht wil dit bewustzijn meestal ff niet
aanwezig komen al bepalen deze tot paden gevormde grijs-
dingetjes nog zo erg hoe en waar we zullen lopen.

Niks een zelf gemaakt of plots bedacht zijweggetje inslaan!

Hooguit kan een zijsprongetje van de ene tegel naar de an-
dere gedaan in een recalcitrante of nieuwsgierige bui van je-
welste. Nee, een griezelig groot deel van ons leven maken
ze uit (in de jaren zestig was er al eens heibel over), blijven
we ze zonder er bij na te denken volgen, van a naar b, als
brave en nog lang niet aan de dood willende burgers, onder-
wijl ons wél gedragend als al half doden, want ha toch zeker
heel erg keurig als zombies ons bewegend over de grijsvlak-
jes.

‘t Is toch allemaal wat hé, zou Gerard Reve waarschijnlijk zeg-
gen had hij dit nog kunnen lezen. Waarschijnlijk hé, want hij
had natuurlijk zijn moedertje Maria en ook de goddelijke ezel
waar ie zich heel wel in kon vinden. Met geen tegel zou ie zich
bezig hebben gehouden mogen we achteraf aannemen, erg te
druk als hij was met het goddelijk schmieren dat samengevat
wel hup zo op een wandtegeltje had gekund, want wandtegels,
die heb je ook, maar dat is misschien voor een volgende keer,
al hebben ze vaak hetzelfde brave effect als al de stoeptegels
van stad land en…

Maar goed, er is een tegenkant.

Want zie, ook leiden ze ons langs fraaigepropte etalages, voor-
komen ze dat we door razende glanstrotsjes worden overreden,
geven ze kinderen de kans hun eerste kunstzinnige uitingen uit
de vingers te krijten, leren ze ons eventueel te tellen, vooral ook
op deze tellen te passen en ze laten de al genoemde kinderen
hinkelen, rennen, duikelen, tollen, geven ons de mogelijkheid
tot zwaaien naar bekenden, eventueel rap te vluchten naar de
overkant ter voorkoming van een ongewenste confrontatie, of
ze geven juist kans op een onverwachte, leuke ontmoeting, ja,
ook leren ze ons te laveren door de erge massa, onaangename
botsingen te voorkomen, of aangename juist te bekomen, er
kan muziek op gespeeld, toneel, er kan op gezeten, er kan op
gevochten, op gelopen zonder gevaar van grommend blik, er
kan Heilslegerig op ze worden gezongen, geslapen, gefietst,
geschreeuwd, men kan er op skaten, er kan zelfs worden ge-
kust op die bijna altijd grijs zijnde vierkantjes van 30 x 30 cm.

En tot slot kan je er iemand afdoende de hersens mee inslaan
ook al voel je zelden in de stad nog los zand onder de voeten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten