zondag 16 december 2012

Brief (67) uit Schiedam

(1)

Een dakraam een viool en wat verder nog

(2)

(een lyrisch lang epiekje)

Zeventien jaar al en nog altijd geen greintje wilde hij van haar af.
Wat concessies had hij mogen doen. Maar geen idee kabbelde er
in hem nog over hoeveel hij van zichzelf had moeten verwijderen
voor haar.


Niet erg.

Een verdomd mijn lijf namelijk waarin ze woonde. Bovendien wist
ze zijn verlangens hevig te houden door hem hooguit een keer
per maand toestemming te geven in haar buurt te komen. Dan
was hem vergund welzeker vijf minuten aan haar kruis te ruiken.

Haar broekje nog aan!

Vijf minuten.

Hij moest daarbij zelf op de toebedeelde tijd letten.

Hield hij zich er precies aan mocht hij zich daarna in de slaapkamer
aftrekken terwijl zij van een afstandje naar hem keek zonder hem
aan te raken. Bij overschrijding van de vijf minuten met ook maar
een halve seconde kon hij het op zijn minst twee volle maanden
vergeten, dat ruiken. Het onaneren bleef als was het een absolute
noodzaak voor hun huwelijk.

Frigide was ze niet.

In feite liet ze zich nogal makkelijk neuken.

Alleen niet door hem.

En in ‘t achttiende jaar van hun huwelijk ging ze zonder noemens-
waardige complicaties dood.

Hij bleef.

Komen er nog brieven gaan we mooi over andere dingen keuvelen, ratelen
of desnoods schelden. Er is wat dat betreft nog voldoende stof tot krabben
aan de wereld. Bij voorbeeld dat het foeibezige baasje Ted kennedy is over-
leden, of over het feit dat de Talibanleider Baitullah Meshud nu héél ja héél
echt dood is omdat de Taliban dat nu ook wil vinden, ook zou er wel wat te
kweppen kunnen zijn over alle schaamhaar dat weer welig mag groeien na
al die kaalslag van de laatste decennia. Hoewel, dat welige moet dan wel
weer vertaald in leuke figuurtjes; kunstwerkjes op je ondertussen zeg maar.
En ook kan er gepukkeld over dat Tommy Wieringa in zijn laatste column
over de barre liefde en de schimmelige, teringherrie makende gezinnen bab-
belend babbelt, maar ook over het krakeelstofje (van een fiks tijdje geleden)
dat een nieuw ziekenhuis in Schiedam bijna failliet was en een zorgverzeker-
aar (DSW) de boel voor een stevig procentje of wat wilde overnemen met de
verzekering dat het geld louter bestemd is voor verbeteringen in de zorg, heus
zo wilde het een ieder doen geloven. En u weet, geachte, geloven is schielijk
weer in opkomst, dus dat zal ze geen moeite hebben gekost al weet ik niet
precies hoe het een en ander is afgehandeld en…

Maar dit laatste is wellicht geen onderwerp voor een brief; te veel een plaats-
elijk gebeuren.

Nu ja, het ging me even om de mogelijkheid wat alom te besnuffelen stoflap-
pen aan te reiken voor behandeling in eventuele volgende brieven zodat we
niet hoeven terug te vallen op een of andere bespreking van een literair werk
dat voor zeker in oeverloosheid gaat uitmonden. Daar moeten we geen ener-
gie aan uitventen, want zoals Komrij zei in een filmpje, opgenomen tijdens het
festival Winternachten in Den Haag, dat er zo’n 750 poëzielezers zijn in dit land
waarvan het de snode taak voor de DDV is om dat aantal rap te verdubbelen,
al mag het bijvoorbaat versleten moeite heten zoiets nog te pogen zo straalde
hij tegelijkertijd uit, maar wellicht ligt dat uitstralen aan de beroerde kwaliteit
van het filmpje, of, ook een mogelijkheid, aan de kwaliteit van mijn kijken. En
dan, wat dat uitventen van al die energie betreft kunnen we toch beter een pa-
tatzaak openen (dat laatste is uiteraard niet van Komrij maar van mij, uw brief-
schrijver). Born to be on mayonaise? Of zoals Loesje reeds rondschreef: Stoot
je hoofd niet tegen de wolken? Of wellicht toch heel misschien soms ook wel:

Hekhaardklokthuistiktik

in zijn zwerk draait het heelal om niet om
en dat hij, de kater, niet zwart wordt
van uren op de bank liggen in zindering 
volmondig het loeren verfraaiend
naar alle dag vogeldienst is nog te doen

maar de ruimte

volop bekleden met veelweetsteen om echt
het wil een farce heten als een onmogelijk feit
op lekke banden voorthobbelend over de tafel

waar ook de stoelen
rondom de tafel
de rug recht duwen

om al dat vliegverkeerdespul
tot een aannemelijk maaltijdje
te laten worden en dat de haard
moet branden in strenge winters

naar cosywarm

om de wereld van de mens
die veelal op vakantie gaat
naar elk een plaatsje gelijk
aan het hekhaardkloktiktik

ligbanken blijft hij daarom de kater

Toegegeven; raspatat met dubbele mayo vind ik vaak wel lekker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten