dinsdag 11 december 2012

Brief (3) uit Schiedam

Kijk ik uit het raam, zie ik, tussen de regendruppels
en de bomen door op het eerste herfstgroen van het
nog zomerlange gras heel plots allerlei wielhuisjes en
ander ‘vreemd’ woonspul staan rondom een grote rode
tent waarin, volgens stedelijk verspreide posters, een
wereld twee uur lang zal plaatsvinden die je de hele rest
van het aardbolletje volledig zal doen vergeten.

Alles doen vergeten?

Toe maar!

En een ietwat prematuur deze belofte wat mij betreft,
want mensen als ik de wereld laten vergeten dan moet
er wel héél erg veel anders in die rode tent aanstaande
gaan zijn.

Vannacht in de stromende regen kwamen ze aan, de wiel-
woonhuisjes, de draagwagentjes en wat al niet meer, met
zwaailichten, want het was donker en zoals al gezegd; het
regende in stadje S.

Goed, circus dus!

Uiteraard wist ik dat via de bovengenoemde posters langer
al, maar de hierboven gegeven inleiding brengt mij langzaam
naar een bekentenis die ik vol erg zal moeten uiten. Sinds
de jaren namelijk dat ik woorden kan onderscheiden heb ik
met knerpende jaloezie moeten lezen dat veel schrijvers
immer het verhaal hadden van de belangrijke en heel mooie
belevenis, die ze als kind of jongmens hadden, naar het
circus te zijn geweest. Het nare gevoel bekroop me altijd,
na zulke uitingen, dat ik iets essentieels gemist had al die tijd,
want, en nu komt ie, mijn bekentenis, ik ben tot op de hui-
dige dag van vandaag niet naar welk een circus ook geweest.

Al die zo oude en prachtige verhalen van vooral mannelijke
schrijvers over het circus, al die nostalgie en verbeelding op-
wekkende belevenissen middels het circusgebeuren die ze
hadden gehad, ik heb het nooit meegemaakt! Het ernstige
gevolg hiervan is; nooit wilde ik al erg vroeg schrijver word-
en, nooit, nee nooit is het er van gekomen. En dat hoogst-
waarschijnlijk omdat ik niet naar het circus ben geweest.

Wat ben ik al die jaren al jaloers op die schrijvers, zij die had-
den beleefd wat ik almaar moest missen, wat ik niet had mogen
meemaken. Verdorie, bijna net zo pijnlijk was het als met die
andere gebeurtenis waarmee schrijvers altijd komen aandraven,
het eeuwige verhaaltje namelijk dat ze in hun derde levensweek
al wisten dat ze schrijver wilden worden. Nauwelijks nog uit het
warme dijgebied gekropen hadden ze al menig schrift vol gepend
en wisten ze het al; ik kan schrijven! Jaloezie, enorme jaloezie,
al jaren en jaren, want ik heb dat even nooit gehad, dat gevoel,
ik moest eerst mijn hele verdomde kind- en bijna volwassenzijn
doorleven voor ik het idee van alleen al het bestaan van boeken
kreeg. Daar waar die nauwelijks aan de dijen ontsnapte hompjes
schrijfvlees al hele schrifturen hadden volgeschreven, was ik nog
een onbenul. Jezus, op hun derde hooguit vierde week al wisten
ze het beweert al jaren jaren en jaren een aantal van onze won-
derschrijvers met verwijzing naar hun vol gekrabbelde babyschrift-
jes waarmee zonder ophouden altijd maar weer o zo interessant
vroegrijp in woorden gewapperd wordt als is het een keurvlag. Nee,
geen circus voor mij, geen vroege onderkenning van eigen talent,
geen wonderkindse eigenschappen had ik al die jaren.

Maar ha en verdorie!, hier komt nu verandering in.

Al die gulpende jaloeziejaren ga ik wegvagen. Al het gevoel geen
schrijver te hebben kunnen zijn, ik ga het verpletteren! De komen-
de dagen zal ik me voeden met dezelfde beelden, dezelfde nos-
talgie om net zulke verbeelding opwekkende mogelijkheden te
hebben als al die wieggetalenteerde schrijvers hebben gehad. Een
danige inhaalslag zal het worden die zijn weerga in de literatuur-
wereld niet kent. Hierna zal mijn schrijven schrijven zijn. Na de post-
luierverhalen over vroeg onderkend talent in die schrijvers kan het
niet anders of ook ik zal lijken op een kind met de pen geboren.
Een kind al bij de conceptie schrijvend over dat gebeuren. Ja, ook
ik zal zo zijn hierna, een al in de baarmoeder pre-schrijvend kindje
zal ik blijken te zijn geweest, de toekomstige schrijfknuistjes reeds
vol vuistdikke meesterwerken!

Snel naar het circus dus!

En dan daarna, o dan het daarna!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten