Schiedam Vlaardingen; wel 25 minuten fietsen.
(vriendin S had auto mee om naar haar werk in het de dag ervoor door Beatrix heropende, volledig verbouwde S-damse museum te komen).
Fietsen dus.
Lekker zonnetje, koude koude koude wind!
But who cares?
Ik ging há wel effe naar de poëten!
Verwachte er als spontaan bestempelde fanclub heel veel van, gezien mijn zo vorige ervaring hier. Druk was het. Meer publiek zelfs dan bij het optreden van Daniël Dee waar het al zoveel drukker mocht zijn dan normaal. Bij binnenkomst liep ik Sander Groen tegen het lijf; zoals altijd en eeuwig goedlachs en zeker ook al niet minder vriendelijk. “Hallo, dag, en lekker weer hé.” Ja, bibber bibber. Achterin de zaak, zo wees mij Sander, kon ik Olaf Risee en Tine Moniek vinden waarmee min of meer in het vorige hier was afgesproken om elkaar in ‘t Steegse dan maar weer te zien. Na een ook nu weer “Hallo, dag, groetzoen groetzoen en waar is Olaf? – WC” nam ik plaats aan het tafeltje waaraan in ieder geval op dat moment Tine zat. Op tijd! Rondogelen dus. Aan de andere kant van het café vingen mijn kasbollen twee in het wit en beige geklede nog heel jonge Nieuwe lente ‘engelkens’ (zo ook zei ik even later tegen Risee, die daarop antwoordde dat mannen van mijn leeftijd daarop vallen en dat het dus daar aan lag, dat ik dat zo wilde zien. Huh?!). Op hun met strakke broek omwikkelde schoten wat a-viertjes, geklemd tussen vingers. Trillend? Niet echt waar te nemen vanaf mijn zitplaats. Wat onwennig glimlachend keken ze naar… Eh… Nu ja, zo interpreteerde ik, zonder vriendin S, het mooie zaakje graag wel effe fijntjes mijn hele kant op. Werkelijk zeer lieftallig, het moet (hoe *#&^*~+&*$***&**** ook uit mijn al driftig naar tanen snellende lijf) gezegd. Als twee ietwat nerveuze heel graag willenden zo zaten de vijftien- en zestienjarige hun optreden aldus af te wachten. Risee echter mocht de spits. Hetzelfde gelazer als vorige week, dat optreden, maar dan net iets minder krachtig. Zie zo ongeveer hierover het vorige hier. Daarna kwam Lianne van Kalken, de kleinste van de zo genoemde Nieuwe lente ‘engelkens’, het podium betreden. Zo jong nog, zo, zo… Daar moest uiteraard wel veel kalverliefdedigdingetjes van komen zo was mijn verwachting. En dat gebeurde ook. Veel versjes vol van een IK en een onwillig hompje hij-vlees, een samen waartussen de (prille?) liefde vaak maar niet wilde boteren. Veel verzucht en verlangd werd er dus in de jonge leeftijdversjes. Echter en ho even niet te hard van stapel: Want 15 jaar en dan al zulk een bij tijd en wijle verrassend taalgebruik, het raakte aangenaam mijn gevoel voor lyriek, ondanks dat al genoemde kalvergedoe (zie haar site). Als ze zo doorgaat: heel ….belovend voor de toekomst wellicht. Dat geldt ook, in een ietsje pietsje mindere mate (vooralsnog wat minder origineel taalgebruik) voor het andere zo genoemde Nieuwe lente engelke Eva Faber. Ook zij… Welnu en ach alsook wel kortom, nog geen verpletterend “Een nieuwe lente een nieuw geluid” geluid, maar graag wil ik nog wel een poëbeetje van de dames horen zo af en toe in de toekomst, vooral om de nieuwsgierigheid waar het heen zal mogen gaan met die twee in poëzieland. Dit jaar staat van beide dames in ieder geval al een gedicht in de bundel ” DoeMaarDichtMaar” zo meldde de presentator Sander Groen plaatsvervangend trots. En toen was er Tine Moniek! Een ervaren theaterbeest. Zeer sprankelend zijn haar optredens veelal. Uitgekiende afwisseling van ritmes, hoge lage stem, soms een beetje zang et et cetera. De theaterervaring schuimt er doorheen en maakt het geheel meestal tot een aangenaam hoor en ook wel kijkspel. Tine Moniek en Olaf Risee op een en dezelfde middag, dat staat echt heel werkelijk te wubbel zonder overdrijven als het ware tot zullens toe garant voor een puik hoepeltoetje poëzie zo wil ik hier BESLIST NIET FANCLUBBERIG beweren.
Toen was er pauze en de Klezmarantics.
Na de pauze: Tine Moniek (zie hierboven) De lente -engeltjes (zie hierboven) en Olaf Risee die de middag mocht afsluiten met z’n gedichten, waarbij het gedicht over Kopland voor mij nieuw!!! was om te horen vanaf het podium. Overigens, als voorleesgedicht net zo aangenaam als om te lezen ( het heeft de vorm van een huis namelijk, met een lieflijk digitaal rokend schoorsteentje). Toegift: Risee nodigde zijn vriendin na z’n optreden op het podium (helaas de enige van de drie als vriendin, zo zei hij ondeugstouthunkerend. Hij namelijk had de engelkens er graag bij gehad als…? Eh… Hoe was het ook weer hierboven? Leeftijd en voorstelling of zoiets?) om samen met haar het gedicht Parlando als afsluiter voor te dragen. Dit kwam wat mij betreft niet zo geweldig uit de verf, wat al te rommelig was mijn mening. Meer op elkaar afstemmen denk ik dan heel bescheiden als bijna nooit optreedbeest. Ach, ‘t wordt nog eens wat met die poëSteegmiddagen. Wellicht. Ps: Voorlopig even de rem op dit soort stukjes; veel te lyrisch zo langzamerhand. Hoewel: ik weet al wie er de volgende keer komen. Eh… ?
2 Reacties
(vriendin S had auto mee om naar haar werk in het de dag ervoor door Beatrix heropende, volledig verbouwde S-damse museum te komen).
Fietsen dus.
Lekker zonnetje, koude koude koude wind!
But who cares?
Ik ging há wel effe naar de poëten!
Verwachte er als spontaan bestempelde fanclub heel veel van, gezien mijn zo vorige ervaring hier. Druk was het. Meer publiek zelfs dan bij het optreden van Daniël Dee waar het al zoveel drukker mocht zijn dan normaal. Bij binnenkomst liep ik Sander Groen tegen het lijf; zoals altijd en eeuwig goedlachs en zeker ook al niet minder vriendelijk. “Hallo, dag, en lekker weer hé.” Ja, bibber bibber. Achterin de zaak, zo wees mij Sander, kon ik Olaf Risee en Tine Moniek vinden waarmee min of meer in het vorige hier was afgesproken om elkaar in ‘t Steegse dan maar weer te zien. Na een ook nu weer “Hallo, dag, groetzoen groetzoen en waar is Olaf? – WC” nam ik plaats aan het tafeltje waaraan in ieder geval op dat moment Tine zat. Op tijd! Rondogelen dus. Aan de andere kant van het café vingen mijn kasbollen twee in het wit en beige geklede nog heel jonge Nieuwe lente ‘engelkens’ (zo ook zei ik even later tegen Risee, die daarop antwoordde dat mannen van mijn leeftijd daarop vallen en dat het dus daar aan lag, dat ik dat zo wilde zien. Huh?!). Op hun met strakke broek omwikkelde schoten wat a-viertjes, geklemd tussen vingers. Trillend? Niet echt waar te nemen vanaf mijn zitplaats. Wat onwennig glimlachend keken ze naar… Eh… Nu ja, zo interpreteerde ik, zonder vriendin S, het mooie zaakje graag wel effe fijntjes mijn hele kant op. Werkelijk zeer lieftallig, het moet (hoe *#&^*~+&*$***&**** ook uit mijn al driftig naar tanen snellende lijf) gezegd. Als twee ietwat nerveuze heel graag willenden zo zaten de vijftien- en zestienjarige hun optreden aldus af te wachten. Risee echter mocht de spits. Hetzelfde gelazer als vorige week, dat optreden, maar dan net iets minder krachtig. Zie zo ongeveer hierover het vorige hier. Daarna kwam Lianne van Kalken, de kleinste van de zo genoemde Nieuwe lente ‘engelkens’, het podium betreden. Zo jong nog, zo, zo… Daar moest uiteraard wel veel kalverliefdedigdingetjes van komen zo was mijn verwachting. En dat gebeurde ook. Veel versjes vol van een IK en een onwillig hompje hij-vlees, een samen waartussen de (prille?) liefde vaak maar niet wilde boteren. Veel verzucht en verlangd werd er dus in de jonge leeftijdversjes. Echter en ho even niet te hard van stapel: Want 15 jaar en dan al zulk een bij tijd en wijle verrassend taalgebruik, het raakte aangenaam mijn gevoel voor lyriek, ondanks dat al genoemde kalvergedoe (zie haar site). Als ze zo doorgaat: heel ….belovend voor de toekomst wellicht. Dat geldt ook, in een ietsje pietsje mindere mate (vooralsnog wat minder origineel taalgebruik) voor het andere zo genoemde Nieuwe lente engelke Eva Faber. Ook zij… Welnu en ach alsook wel kortom, nog geen verpletterend “Een nieuwe lente een nieuw geluid” geluid, maar graag wil ik nog wel een poëbeetje van de dames horen zo af en toe in de toekomst, vooral om de nieuwsgierigheid waar het heen zal mogen gaan met die twee in poëzieland. Dit jaar staat van beide dames in ieder geval al een gedicht in de bundel ” DoeMaarDichtMaar” zo meldde de presentator Sander Groen plaatsvervangend trots. En toen was er Tine Moniek! Een ervaren theaterbeest. Zeer sprankelend zijn haar optredens veelal. Uitgekiende afwisseling van ritmes, hoge lage stem, soms een beetje zang et et cetera. De theaterervaring schuimt er doorheen en maakt het geheel meestal tot een aangenaam hoor en ook wel kijkspel. Tine Moniek en Olaf Risee op een en dezelfde middag, dat staat echt heel werkelijk te wubbel zonder overdrijven als het ware tot zullens toe garant voor een puik hoepeltoetje poëzie zo wil ik hier BESLIST NIET FANCLUBBERIG beweren.
Toen was er pauze en de Klezmarantics.
Na de pauze: Tine Moniek (zie hierboven) De lente -engeltjes (zie hierboven) en Olaf Risee die de middag mocht afsluiten met z’n gedichten, waarbij het gedicht over Kopland voor mij nieuw!!! was om te horen vanaf het podium. Overigens, als voorleesgedicht net zo aangenaam als om te lezen ( het heeft de vorm van een huis namelijk, met een lieflijk digitaal rokend schoorsteentje). Toegift: Risee nodigde zijn vriendin na z’n optreden op het podium (helaas de enige van de drie als vriendin, zo zei hij ondeugstouthunkerend. Hij namelijk had de engelkens er graag bij gehad als…? Eh… Hoe was het ook weer hierboven? Leeftijd en voorstelling of zoiets?) om samen met haar het gedicht Parlando als afsluiter voor te dragen. Dit kwam wat mij betreft niet zo geweldig uit de verf, wat al te rommelig was mijn mening. Meer op elkaar afstemmen denk ik dan heel bescheiden als bijna nooit optreedbeest. Ach, ‘t wordt nog eens wat met die poëSteegmiddagen. Wellicht. Ps: Voorlopig even de rem op dit soort stukjes; veel te lyrisch zo langzamerhand. Hoewel: ik weet al wie er de volgende keer komen. Eh… ?
2 Reacties

Geen opmerkingen:
Een reactie posten