kleding af. Kijk in het dashboardkastje, grabbel in
het bagagerekje eronder en zie dat mijn hand be-
schamend en papierloos terugfladdert in het ge-
zichtsveld van de man die de macht gegeven is mij
met een simpel teken tot werkelijk stoppen te
dwingen. ‘Euh, vergeten.’ De man fronst een aan-
zienlijk vleesdeel in zijn gelaat naar nors. ‘Van-
morgen een ander jasje aangedaan,’ zo hoor ik me
in woordkronkels wringen om de man toch vooral
te laten weten dat de inhoud van mijn geldbuidel
maar meer en vooral ook bijna al de regels die hij
vertegenwoordigt heilig zijn voor mij, dat het wel-
haast echt de eerste keer is en dat ik er…
Meestal ging dit goed, mocht ik, na enige weifeling
in de blauwgeklede stopman, verder rijden op weer
een ander teken, begeleid door: ‘Let erop de vol-
gende keer.’ Woorden, mij met een machtig laatste
vingerheffing toegevoegd.
Weinig problemen dus.
Echter, nieuwe problemen dienen zich aan. Problemen
in vergelijking met het papierengedoe hierboven ver-
dubbelvoudigd. Want in de niet al te verre toekomst
kan men ook zonder blik onder de welvarende kont
een halt worden toegeroepen op willekeurig welke
straathoek om te gaan bewijzen wie je bent via de
nieuw in te voeren wet van de identificatieplicht.
Zorgen, zorgen, zorgen, want hoe geef je zo’n bewijs-
ding een vaste, niet-vergeetbare plaats in je leven om
te voorkomen dat er regelmatig een boetende aanslag
op de geldbuidel zal worden gepleegd als je weer eens
in vergeetachtige staat per ongeluk heel erg identificatie-
loos aan het dwalen bent geslagen in de zo vrije buiten-
lucht van dorp, stad of polder.
Veel problemen dus.
Het bewijsmateriaal met een touwtje om de nek? Altijd
hetzelfde jasje dragen? Een buideltje op de buik laten
naaien? Het pasje aan het haar laten smelten? Aan de
binnenkant op de zool van een van de schoenen plakken
en dan die altijd maar dragen? In altijd dezelfde broek-
zak bewaren van een nooit meer uit te trekken broek?
Met twee-secondenlijm op de rechter bil plakken? Tus-
sen de knieën klemmen? Onder een dan door mijzelf
altijd verplicht te dragen hoed stoppen wellicht? Kort-
om hoe zulk een groot probleem op te lossen? Want
in elk van de voorbeelden hierboven sluipt eigenwijs
toch weer de kans van vergeten. Ik kwam er niet uit
en zal door mijn vergeetachtige natuur waarschijnlijk
wel met een aanzienlijke kostenpost te doen krijgen
waaraan ik met mijn bescheiden inkomen nauwelijks
kan voldoen zodat ik bij tijd en wijle verplicht zal zijn
ter bescherming van mijn budget een stevige tijd niet
de deur uit te gaan. Een vooruitzicht mij niet welkom
ook al is er televisie, muziek en soms ook wel eens
en boek.
Het puzzelen erover bleef mij achtervolgen; een com-
fortabele bank was er al aangeschaft in een tweede-
handsshop.Zo ook extra dikke glasgordijnen. Drie vier
dikke boeken voor een mogelijk komende binnenblijf
en een stevig paar flessen verdoofsap had ik netjes
naast de al voornoemde bank geplaatst. Meer dan een
normale voorraad blikvoer stond gestapeld in de keuken
voor verblijf van een minstens erg onbepaalde tijd in
huis. Zelfs een dure reserve telefoonkaart voor de gsm
was niet vergeten. Meer kon ik niet doen en de wanhoop
al nabij somtijds een zuur leven te moeten gaan lijden
kwam er echter antwoord uit onverwachte hoek. De af-
gelopen nacht namelijk stootte ik in een nogal woelige
slaap op een vreemde droom waarin zomaar hup uit
het niets een heerlijk voor de hand liggende maar wel
ultieme oplossing werd gegeven van gewoon het plaatje
van je id-kaart, met foto en al, op je onderarm laten ta-
toeëren.
Eureka!
Heel tevreden werd ik vanmorgen wakker als was ik
in een paradijs waarin voor elk probleem heus wel een
oplossing bestaat.
November 2004
Geen opmerkingen:
Een reactie posten