Op haar site “Diana Ozon” schreef Diana Ozon een
stukje over web-logs.
Zie: hier
(En eh ja, ook mijn logje is in het o zonnetje gezet)
‘k Ga gelijk de burgemeester van S vragen de toe-
stemming om het nu wel heel erg nodige standbeeld
voor mij uit de voltallige raad te slepen. Ha, ze kun-
nen niet meer om mij heen! Reeds eerder deed ik
al een uiterst serieuze gooi naar zo’n eeuwige brons-
druppel in S ter ere van mij middels het o zo wonder-
schone vers:
O mijn Schiedam,
Jij plaatsje met je vele waters
Alsook je goud op flessensnee
Wellicht herberg je vele haters
Wellicht ook speel je katje weltevree
Toch jij bent mijn lekkerst stadje
Want reeds vroeg voor dag en dauw
Vond ik hier mijn liefste schatje
Vol met ‘O, ik ook zoveel van jou’
Maar bah en o zo wezenlijk blauwtje
Aan de boulevard vond het z’n eind
Daar steeg ik snel te dip op rouwtje
Kwam ik vele uren niet meer opgelijnd
Later bij het pleingebouw met al die palen
Kreeg ik uit ach en wee geen steentje steun
Ook al liep ik als van maan zo gek te dwalen
Het palenpand gaf niets nee zelfs geen kreun
Edoch een plaats met zoveel mooie molens
Daar krijgt men toch een ieder aan de wiek
Vooral de Keteldruppels van heer Nolens(volens)
Helen elke dip al snel naar niet meer ziek
O lief Schiedam jij blijft mijn lekkerst stadje
Al leef ik nu alleen van fles naar zwabberbeen
Zo zonder mijn hier toch gevonden lieve schatje
Eén als jij, wellicht nog beter, ik ken er geen
Echter het mocht tot nu toe niet baten, maar dit
is natuurlijk dé kans om voor het pretentieuze
palengebouw te S in brons heel eeuwig te kunnen
glanzen. Dank Diana voor deze wellicht o zo mooie
kruiwagenzon. Een korte eeuwigheid wil ik uw voe-
ten kussen (mits een week ongewassen verbleven
in stoere pumps)
stukje over web-logs.
Zie: hier
(En eh ja, ook mijn logje is in het o zonnetje gezet)
‘k Ga gelijk de burgemeester van S vragen de toe-
stemming om het nu wel heel erg nodige standbeeld
voor mij uit de voltallige raad te slepen. Ha, ze kun-
nen niet meer om mij heen! Reeds eerder deed ik
al een uiterst serieuze gooi naar zo’n eeuwige brons-
druppel in S ter ere van mij middels het o zo wonder-
schone vers:
O mijn Schiedam,
Jij plaatsje met je vele waters
Alsook je goud op flessensnee
Wellicht herberg je vele haters
Wellicht ook speel je katje weltevree
Toch jij bent mijn lekkerst stadje
Want reeds vroeg voor dag en dauw
Vond ik hier mijn liefste schatje
Vol met ‘O, ik ook zoveel van jou’
Maar bah en o zo wezenlijk blauwtje
Aan de boulevard vond het z’n eind
Daar steeg ik snel te dip op rouwtje
Kwam ik vele uren niet meer opgelijnd
Later bij het pleingebouw met al die palen
Kreeg ik uit ach en wee geen steentje steun
Ook al liep ik als van maan zo gek te dwalen
Het palenpand gaf niets nee zelfs geen kreun
Edoch een plaats met zoveel mooie molens
Daar krijgt men toch een ieder aan de wiek
Vooral de Keteldruppels van heer Nolens(volens)
Helen elke dip al snel naar niet meer ziek
O lief Schiedam jij blijft mijn lekkerst stadje
Al leef ik nu alleen van fles naar zwabberbeen
Zo zonder mijn hier toch gevonden lieve schatje
Eén als jij, wellicht nog beter, ik ken er geen
Echter het mocht tot nu toe niet baten, maar dit
is natuurlijk dé kans om voor het pretentieuze
palengebouw te S in brons heel eeuwig te kunnen
glanzen. Dank Diana voor deze wellicht o zo mooie
kruiwagenzon. Een korte eeuwigheid wil ik uw voe-
ten kussen (mits een week ongewassen verbleven
in stoere pumps)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten