dinsdag 27 november 2012

Huidschilfers (2)

’Nee, dat doe ik echt.’ Troebele ogen staren in verre verten. Hans ziet wat hij net geschetst heeft opdoemen, steekt langzaam de joint in zijn baard, zuigt hevig, ademt de rook in, wacht vijf of zes seconden, klapt dan voorover in zijn stoel. Als bij kleine ontploffingen schiet de rook tussen zijn lippen vandaan; iedere hoest lijkt ook werkelijk een explosie. Al snel zonder adem blijft hij toch tot het uiterste lucht uitstoten, zijn lichaam in elkaar krimpend, als wordt alles van binnen vacuüm gezogen, tot het moment dat het onvermijdelijke luchthappen begint, dan pakt hij snel het lege melkpak dat naast zijn stoel staat en spuugt er een grote fluim in. Zonder schaamte, alsof hij alleen is. ‘Dat ga ik echt doen,` begint hij na een minuut amechtig rochelen opnieuw en steekt de sigaret weer tussen zijn lippen, ‘volgende week stop ik er mee.` Zijn woorden stromen met de rook uit zijn mond. ‘Dan ga ik werk zoeken en…` Hier stokt zijn stem even alsof hij op een moeilijkheid stuit, lijkt het of hij een paar tellen diep nadenkt, ‘en dan ga ik een bootje kopen.` Weer valt hij stil, kijkt verbaasd in de zo witte toekomst. ‘Als ik maar een vriendin had,’ zegt hij even later beduusd en staart naar de lege flesjes op de vloer. ‘Maar als ik een bootje heb willen ze vast wel mee.’ Er glinstert wat hoop achter de brillenglazen. Een nieuwe lading rook vult zijn longen. ‘Ja dan gaan we samen de wereld rond varen maar eerst…’ Opnieuw lijkt hij op een onoverkomelijk probleem te stuiten, schopt een paar lege flesjes voor zijn voeten weg. ‘Eerst werk.’ Een tweede fluim wordt in het melkpak gespuugd. ‘Kijk,’ zegt hij en pakt een papier van het ronde tafeltje, ‘een oproep van de sociale dienst.’ De brief trilt in zijn handen. ‘Voor de banenpool.’ Hij knijpt in het blaadje als is hij bang het papier kwijt te raken. ‘Ze hebben mij uitgekozen.’ Een glimp van trots verschijnt er boven de zwarte baard. ‘Zal ik nog een paar biertjes halen?’ Half staat hij al overeind, wijst naar de voordeur. ‘Nee wacht maar Hans, dat doe ik wel.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten