24 maart 2005, 20.00 uur presenteerde de Waag society in samenwerking met het Fonds
voor de Letteren vijf projecten met e-poëzie van dichters plus vormgevers in het Theatrum Anatonicum te Amsterdam.
voor de Letteren vijf projecten met e-poëzie van dichters plus vormgevers in het Theatrum Anatonicum te Amsterdam.
Na een kort welkomstwoord door een medewerker van het fonds voor de letteren mocht Dirk van Weelden deze avond van nieuwe media-plus-plus inleiden en presenteren. Hij deed dat op de zijn geheel eigen wijze, ook wel bekend van het televisieprogramma Zeeman met boeken: diep duiken in een zeker door de toehoorder op dat moment ondergane leegte waaruit hij dan zoveel woorden nog weet te vangen en op te dienen dat die diepte alsook de leegte wordt gerechtvaardigd naar iets van wezenlijk belang. Op deze avond waren het woorden als: poëtische tekst, letters, digitale code etc. etc. Het piepiep, papap, pepep van die kunstige diepzinnigheid zweefde hierbij over de hoofden van de nog onbevangen toehoorders als was het een deken die de avond warmpjes moest verpakken naar een belevenis die niet van (de) lucht was. Er is mij niets of te weinig bijgebleven van Van Weeldens woorden, maar eerlijkheid dwingt mij te zeggen dat het ook aan mijn op dat moment minieme luisterconcentratie kan hebben gelegen, want ik popelwilde wel eens even snel wat zien namelijk van het zo beloftevolle beloofde nieuw.
Goed, na deze inleiding was het de beurt aan Mark Boog en John vd Wens met het e-project “Encyclopedie van de grote woorden” Een e-project waarbij het de bedoeling is de grote woorden (cliché’s geworden veelal) zoals liefde, dood, geluk, leegte, eenzaamheid etc. te onderzoeken op wat er allemaal achter kan schuilen. Door ze op een scherm te laten verschijnen (bijna als groene sterren in een groen heelal, opkomend, verdwijnend) is er de mogelijkheid in het project om op zo’n woord te klikken waarna er een gedicht of een andere mogelijke uitbeelding verschijnt dat met het aanklikbare woord te maken heeft (de verrassing is hierbij van groot belang, aldus Mark Boog, en om slaapwek te voorkomen dus niet alleen gedichten), na zo’n gedicht kan men hierop weer doorklikken naar steeds diepere lagen zodat er uiteindelijk het aangeklikte woord in z’n volledige betekenis zich openbaart, het woordje geluk zal zo na een aantal klikken het geluk wel eens volledig willen blootleggen zo beweerden de makers. Helaas was er maar een klein deel gereed ( het gedicht dat getoond werd had ik al eerder beleefd op internet, zie “Tevredenheid”) van het project zodat er eigenlijk te weinig te zien was om de bereidwillige bek naar een bewonderend wauw te laten vervallen. Ook de doordringende vragen, na de presentatie, van Van Weelde mochten geen soelaas tot dat bewonderend wauwbekje bieden, want een ietwat weifelachtig woordgestuntel van Mark Boog en kompaan op de vragen van Van Weelden was het gevolg.
Daarna was het de beurt aan Luna Maurer die samen met Peter Verhelst (niet aanwezig) en programmeur Karel de Vos een digitaalwonderlijk gebeuren had willen scheppen als systeem om e-poëzie te schrijven naderend aan woekerende cellen waarbij teksten (bij willekeurige muisklik op zo’n tekst) teksten oproepen die ook weer volkomen willekeurig lijken te zijn geplaatst en die als voornoemde cellen non lineair verbindingen aangaan, soms herhalend, maar altijd vanuit een beslist niet aanwezige hiërarchie zodat er nooit een vast geheel aan volgorde zal gaan ontstaan, altijd is de cel in woekering, is de cel weer anders. Volgens Verhelst (veelal op zoek naar verlegging van grenzen) zou het een schrijven moeten worden dat buiten de beperkingen van de blaadjes van een boek of bundel kan treden. De lezer bepaalt hierbij met de muisklik de woekering. Dit alles is eigenlijk een vervolg op het proza en poëzie van Verhelst waarin ook het woekeren een grote rol speelt, zie bijvoorbeeld de roman Tongkat (werd als voorbeeld aangehaald) waarin alles ogenschijnlijk ongebreideld en willekeurig voortwoekert op het voorgaande. Daar er nog geen duidelijk bedoelde teksten (alleen Latijnse teksten) in de ook al niet gereed zijnde animatie aanwezig waren zag het er alleen maar uit als dode tekst waarbij de interactieve lezer vooralsnog alleen maar via de cursor in verbazing en vertwijfeling door en in deze bedoelde digitaalwonderlijke wereld zich kon begeven zonder ook maar een enkel verkeersbordje van betekenis tegen te komen die zou kunnen dienen bij zoveel op te roepen dode tekst. Te weinig aanknopingspunten voor de lezer werden er vooralsnog geboden. En later in de discussie tussen van Weelden en de maker kwam er ook nog eens naar boven dat het geheel toch niet zo willekeurig was als het zich in eerste instantie bij de presentatie liet aanzien. Voor uw eigen oordeel zie hier
Tonnus Oosterhoff (initiatiefnemer tot deze avond) was met vormgever Jogchem Niemandsverdriet de derde op rij en zoals wellicht bekend is Oosterhoff geen onbekende op het gebied van pogingen om deze nieuwe media te gebruiken voor zijn poëzie (zie de cd-rom bij zijn laatste bundel “We zagen ons in een kleine groep mensen veranderen”, waarvan voorbeelden hier te zien zijn). Jammer was dat zijn presentatie in het verlengde lag van die eerdere hierboven aangegeven pogingen, iets geheel nieuws kon men er niet in ontdekken: een grijs vlak (als een donkerte) was er te zien op het scherm waarop delen, zoals ook bij de al bestaande presentaties, van een gedicht verschenen en verdwenen, nieuw was eventueel dat met een soort lichtbron de verschenen woorden of delen van een zin konden worden belicht waardoor een zekere interactiviteit ontstond tussen gedicht en lezer; het licht activeerde de zichtbare woorden naar hele zinnen of zelfs strofen waarbij ook nog over het hele vlak woorden verschenen in een willekeurige toevalligheid niet beïnvloedbaar door de lichtbroncursor maar die het wel (tot op een bepaalde hoogte, niet volkomen willekeurig namelijk, zie hieronder wat Oosterhoff vertelt over de discussie met Niemandsland) steeds een ander gedicht maakten. Oosterhoff vertelde dat er een stevige discussie met de vormgever Jogchem aan vooraf was gegaan omdat de laatste volkomen ad random de tekstgedeelten wilde laten verschijnen onder de lichtcursor daar waar Ooosterhoff zelf nogal huiverig was om geen enkele structuur meer te gebruiken, het aan de machine overlaten het was hem een gruwel zo zei hij. Het resultaat is dat er op de gepresenteerde manier zo’n achttal gedichten ‘gemaakt’ kunnen worden door de lezer als deze zich via de lichtcursor over het bewegende gedicht begeeft. Deze presentatie was, evenals die van Dixhoorn (zie hieronder), in ieder geval voor een groot deel af; een verademing in vergelijking met de voorgaande presentaties. Ook een redelijk idee was er zo te vormen over wat het eindproduct zal kunnen gaan worden.
De dichter F van Dixhoorn had met vormgever Teun de Lange een wat meer traditionele (in zoverre men hier van traditioneel kan spreken) benadering gezocht in de presentatie van dichten met de nieuwe media. Hij begon ermee zijn manier van gedichtenschrijven uit te leggen, een manier waarin hij altijd reeksen van zeven tot dertig pagina’s schrijft met gedichten die per bladzijde altijd zestien regels bevatten (inclusief witregels etc.). Zijn streven hierbij is dat hij al zijn gedichten in een drie dimensionaal blok zou willen vatten waardoor de zekere structuur van de dichten in een oogopslag zichtbaar zal zijn. Het resultaat van deze gedachtegang is dat van Dixhoorn voor deze avond meer een visuele bundel heeft samengesteld van zijn gedichten waardoorheen de lezer zich kan scrollen op verschillende manieren. Het geheel is meer een boek met extra’s. Zo kan men een woord aanklikken waarbij direct te zien is in welke andere gedichten in de bundel dit woord ook nog voorkomt, van Dixhoorn had het hierbij over geautomatiseerde associaties. Al met al aardig maar niet echt waren hier de mogelijkheden uitgebuit die de nieuwe media te bieden hebben naar mijn mening, zoals gezegd het was een nogal traditionele benadering waarvoor hier gekozen was ook al kan de lezer met een klik alle gedichten opeen stapelen tot een onleesbaar blok.
De vijfde en laatste presentatie kwam van Maria van Dalen en vormgever YuriGoul. Zij hebben als uitgangspunt de basis van een computerspel genomen om te komen tot een poëzie-game. Het begint met een door een wetenschapper nieuw uitgevonden hinkelbaan als doolhof waarin de symbolen van “Periodiek systeem” (scheikunde – zie hier- ) zijn verwerkt, met de cursor kan men op zo’n symbool (van helium, waterstof, ether etc.) klikken waarna naast de hinkeldoolbaan een korte tekst verschijnt van de elementen gepresenteerd als “Goden” (helaas ging de presentatie in zo’n tempo dat ik geen tekstje heb kunnen noteren) die iets van een leidraad willen zijn om te komen tot de diepere lagen van een woordlandschap (schuin boven de hinkelbaan geplaatst) via poorten en ingangen die, als men ze betreedt, een gedicht laten verschijnen links naast het uitgebeelde landschap met poorten etc. Volgens van Daalen is het de bedoeling zo een spel te zijn van wanhopig proberen betekenis te geven terwijl men kijkt, klikt en leest. Het geheel zag er indrukwekkend uit, zeker door de wat te snelle presentatie, maar had voor mij, als verwoed niet-gamer, vooralsnog te weinig aantrekkelijks om er popelvingers van te krijgen, maar, zoals bij meerder van de hierboven gegeven presentaties, ook hier was het geheel nog niet tot in de puntjes uitgewerkt en zal er in een later stadium wellicht een wonder van poëzie gewikkeld in spel zijn te bewonderen.
Mijn algemene indruk van de avond is dat er in de toekomst veel mogelijk zal blijken op het pad van dichtkunst en nieuwe media, maar dat het deze avond toch vooral is blijven steken in welwillende ideeën waarbij de uitwerking vooralsnog wat magertjes afstak. Jammer uiteraard voor mij als een van de mederedacteuren van het nog te verschijnen digitale blad Lisa Liza, een blad dat zich met name ook wil richten op de e-poëzie, want ik had verwacht op deze avond direct al een brede wonderlijke wereld van uitgewerkte e-poëmen binnen te mogen stappen, ja, zelfs wat van deze e-poëmen voor een van de toekomstige nummers van Lisa Liza te kunnen binnenslepen. Helaas. En hiermee afsluitend wil ik zeer wel aannemen dat mijn verwachting wellicht wat al te hoog gespannen was.
En o ja, er was achteraf ook nog een discussie met het publiek, maar mijn e-poëmengeest was toen al een flink eind op weg naar…

Geen opmerkingen:
Een reactie posten