een kleed op de vloer waarin verdrinken
gordijntjes snoezig hangen op slaap
en het behang nooit recht voor z’n raap
een tafel er is tot steels wrijven van knietjes
daarop de vaas met vergeet-mij-toch-nietjes
enkele spiegels ter bevestiging in plons
een dekbed heerlijk zo zacht van het ons
de keuken schoon om te plezieren
serviesgoed er is om de sfeer op te sieren
de tuin vol van veel prilwillend beleven
alsook om bloemkes tijdig water te geven
o hoe lief en zorgzaam is toch dat zijn
het kan niet anders of ‘t zal zonder pijn
de glimlach vereeuwigd in blakend geluk
hoe romig dat huisje tot nooit meer stuk
dit:
in het weekend op een poëziemiddag in Leerdam
mocht ik tot mijn volle vreugde een paar laatste-
kans-ouderen bewonderen in het lyrisch beleven
van hun nog jonge liefde. Een liefde zo overvol van
verliefdheid dat er uit deze onbedwingbare borreling
van gevoelens wel iets moois móest groeien en, u
voelt hem al aankomen, dat had het dan ook ten
volle gedaan mocht ik meebeleven op die middag
waarin ik en mijn vriendin, en ook SAGE-maatje
zijnde, lekker onbevangen geplonsd waren; het paar
namelijk had hun zo jonge liefde in een aantal verzen
vereeuwigd die beslist de buitenwereld ingeslingerd
moest worden, want zulk een spetterende liefde op
zulk een laatste-kans-leeftijd dat mocht toch werkelijk
niet onopgemerkt voorbijgaan, dat moest… Nu ja, zelfs
ik wilde dat met mijn zachte gemoed heus wel invoelen.
Het paar toog dus het podium op alwaar het om beurten
elkaar zoetgevliesde versjes tegen het lijf lispelde met
blikken die er beslist niet om logen, die liefde droop van
het podium en uit de versjes zogezegd, mooi mooi mooi,
zo vond vooral ook het paar zelf want het ene versje na
het andere werd eruit gelepeld in een uiterst lieflentelijke
performance waar maar geen einde aan leek te komen
zo vertelde alras mijn rug vanuit een wazig pijngebeuren
uiteraard in het geheel niet toepasselijk bij het zo liefde-
vol gepresenteerde podiumfeest.
Welnu, so far so good, want in een optreden zulk een
borrelgevoelens te etaleren oké, daar kan ik nog inkomen,
zo’n eenmalige gebeurtenis daar kan een mens nog over-
heen groeien. Echter, daar waar dit soort versjes na die
uiteraard eenmalige voorlezing op een podium beslist diep
in de lade van het gezamenlijk nachtkastje behoort te
verdwijnen en alleen nog tevoorschijn gehaald wil worden
na een echtelijke ruzie om de ietwat gemolde gemoederen
weer in verliefdstand te krijgen hebben de zo prilgeliefden
de tenenkrommende verliefdheidsmoed gehad om deze
versjes te laten drukken én ook nog te laten bundelen.
Het hun liefbundeltje was daar ter plekke te koop zo werd
vol trots vanaf het podium door het o zo houdbare stelleke
zonder ook maar een kleine glimp van géne gemeld.
Gelukkig, zo bedacht ik me, had het laatste-kans-stel in
hun verliefde enthousiasme vrijwel de hele bundel voor-
gelezen zodat ik me geen zorgen hoefde te maken iets
uitermate belangwekkends aan de lieflispel te hebben
gemist. Geen enkele aandrang groeide in mij om het
boekje te gaan kopen, zulk een uitspatting moest maar
het best tussen de kaften blijven zo leek mij, dermate
gesterkt als ik was door de zo durende voorleesbeleving.
Nu ja, ieder vlindertje fladdert zoals ‘t gevlekt is, daarom
ook nog even dit:
Pamflet
‘Good Vibrations’
‘Good Vibrations’
‘Good Vibrations’
De situatie is als volgt:
ironie als schaamlamp
over monddood blijspel
ei!
en
wisselvallig uitgalmen
langs muren van papier
‘Good Vibrations’
‘Good Vibrations’
‘Good Vibrations’
Demarreren!
Demarreren!
demarreren in blessuretijd
afgezien
van
een ontroerende aanblik
proeven, vooral proeven
aan tandstenen beddingen
in droomspelonk vol tong
in droomspelonk vol tong
18 feb. 2004
Geen opmerkingen:
Een reactie posten